Deze website maakt gebruik van cookies.Meer informatieDeze melding verbergen

Geplaatst op: 06-05-2016
Auteur: Han Verheijden

Buitengebied heeft meer kansen dat men denkt!

Buitengebied heeft meer kansen dat men denkt!
Foto: Shutterstock

Al eeuwenlang is er wereldwijd sprake van urbanisatie: mensen trekken van het platteland naar de (grote) steden. De zogeheten agglomeratievoordelen maken bedrijven en mensen in urbane clusters productiever en er zijn meer en betere voorzieningen. Alle steden groeien daarom, ook in Nederland. Het buitengebied daarentegen loopt leeg en lijkt economisch kansloos.


Het buitengebied ziet deze (‘krimp’) -ontwikkeling met lede ogen aan en lijkt geen antwoord te hebben op deze trend. Er wordt hier en daar nog wel een achterhoedegevecht gevoerd. Bijvoorbeeld door het combineren van basisschool, winkel, bankautomaat en zorgloket. Daarmee wordt geprobeerd de leefbaarheid nog enigszins in stand te houden. Deze efficiencycurve loopt in praktijk echter vast, omdat de vraaguitval telkens groter blijkt dan de kostenbesparing.

Maar hoe zit het dan met de kansen voor wonen in het fraaie buitengebied? Inderdaad geven stedelingen soms de voorkeur aan wonen op het platteland, maar alleen als dat niet te ver weg ligt van urbane gebieden. En zelfs de ‘pensionado’s gaan in praktijk liever in steden en/of gebieden dicht bij de (klein)kinderen wonen dan te gaan ‘drenthenieren’. En recreatie en toerisme dan? Inderdaad, biedt deze sector soelaas voor regio’s en dorpen die aan de kust of in heel fraaie landschappen (Veluwe, Heuvelland Zuid-Limburg) gelegen zijn, maar dat geldt niet voor ieder buitengebied.


Voor heel veel plattelandsgebeden dreigt een negatieve ontwikkeling. De jongeren trekken weg en de achterblijvers zijn minder vitaal. Er ontstaat leegstand in woningen en gebouwen. Dat leidt tot verloedering, zeker ook als die ruimtes opgevuld worden met marginale groepen, zoals tijdelijke woningzoekers en arbeidsmigranten. Dit wordt vervolgens versterkt door de uitbouw van grote landbouwbedrijven en door de komst van enorme windmolenparken, waarmee het laatste beetje authenticiteit en aantrekkelijkheid wordt verloren. En daarmee ontstaat een buitengebied met twee kwade kanten: marginale economie en marginale kwaliteit!


In mijn visie zijn er twee scenario’s die deze negatieve spiraal kunnen keren. Het eerste scenario is dat men bevolkingskrimp accepteert, maar zich wel actief verzet tegen de verloedering. Bestuur en burgers focussen op herstel van de ruimtelijke kwaliteit en identiteit. Dat betekent veel slopen, vooral van naoorlogse woningen en de veel te grote garages en schuren. Herstel van waarden geeft kansen voor vormen van kleinschalig werken, zorg, recreatie en biologische landbouw die alle mikken op hoogwaardige niches met relatief hoge opbrengsten. Het tweede scenario is dat het buitengebied gaat anticiperen op een trendbreuk. Op een ontwikkeling waarbij alle voordelen van urbanisatie verdwijnen! Dat lijkt utopisch, maar is best wel mogelijk. In de 19e eeuw leek urbanisatie ook bezig aan een niet te stuiten opmars, maar zorgde de ontwikkeling van spoorwegen voor een trend naar buiten (bijvoorbeeld naar ’t Gooi).


Een dergelijke trendbreuk is niet alleen mogelijk, maar in de nabije toekomst zelfs heel waarschijnlijk. De nieuwste ontwikkelingen op het gebied van vervoer (hyperloop!), robotisering en ICT elimineren het belang van de factor ‘afstand’ voor werk, zorg of zelfs sociaal contact. In dit scenario komt de positie van het buitengebied in een heel ander licht te staan. Dan zou het buitengebied zich weleens kunnen profileren als een aantrekkelijke wooncluster, gekoppeld aan natuur, leisure en entertainment. Maar dan moeten bestuurders nu wel voorsorteren en nu reeds gaan voor kwaliteit. Want niemand wil werken, wonen of vergaderen in een verloederde omgeving! Gaat die beleidsomslag plaatsvinden? Ik ben er niet gerust op, maar werk graag mee aan de wederopbouw!

Topics:Beleid
Trefwoorden: platteland, urbanisatie, buitengebied, leefbaarheid, natuur

||| Nieuws |||

15/07/25
Royal Den Haag viert de vrijheid
Het is inmiddels een traditie. Den Haag viert Royal September. Dit jaar kleurt de hofstad in de aanloop naar Prinsjesdag feestelijk oranje. Deze 10-daagse staat in het teken van vrijheid.
09/07/25
CELTH Industry Day brengt wetenschap en praktijk samen tijdens World Leisure Congress
Op woensdag 27 augustus 2025 organiseert het Centre of Expertise Leisure, Tourism & Hospitality (CELTH) de Industry Day tijdens het World Leisure Congress in Breda. Deze dag vormt de brug tussen wetenschap en praktijk in de leisure-, toerisme- en hospitalitysector.
04/07/25
Nieuwe erfgoedroute-app brengt Limburgs verleden tot leven
Onder grote belangstelling is de gratis app Erfgoed Route Limburg gelanceerd. De app biedt wandelaars en fietsers een unieke manier om het erfgoed van Noord- en Midden-Limburg te beleven via audio- en videoverhalen op locatie.
04/07/25
Nieuwe tool brengt toeristisch aanbod regio in kaart
Toerisme Veluwe Arnhem Nijmegen (TVAN) heeft op 3 juli de Destination Data Monitor gelanceerd: een interactieve tool die inzicht geeft in het toeristisch aanbod per gemeente of regio.
30/06/25
Exclusief voor leden
ABN AMRO verstrekt €25 miljoen lening aan Tiqets
ABN AMRO heeft een lening van €25 miljoen toegekend aan Tiqets Holding BV, een toonaangevend digitaal platform voor culturele en toeristische ervaringen.
26/06/25
Rotterdam ontvangt internationale experts voor advies over cultuur
Van 2 tot en met 5 juli ontvangt Rotterdam tien internationale experts, vanuit alle windstreken, om mee te denken over de culturele toekomst van Rotterdam.
20/06/25
Exclusief voor leden
Provincie Limburg schiet musea te hulp
De drie provinciale musea in Limburg krijgen hulp van de Provincie om hun stijgende kosten te kunnen betalen.
18/06/25
Exclusief voor leden
Oeds Bijlsma wordt interim directeur-bestuurder Fries Museum en Princessehof
De Raad van Toezicht van het Fries Museum en Keramiekmuseum Princessehof heeft Oeds Bijlsma benoemd tot interim directeur-bestuurder van de beide musea. Met ingang van 5 augustus 2025 zal hij voor een periode van zes maanden leiding geven aan de organisatie, totdat een definitieve directeur-bestuurder is aangetrokken.