De nauwe relatie van toerisme met onze leefomgeving in brede zin, zoals vorig jaar ook verduidelijkt in het rapport Waardevol Toerisme (RLI, 2019), vraagt om een grondige herbezinning en politieke afweging van de rol die toerisme in onze samenleving kan en moet spelen. Niet in de laatste plaats omdat – als de relatie met COVID-19 eenmaal naar de achtergrond verdwijnt – nieuwe – en nog grotere - uitdagingen op het gebied van bijvoorbeeld klimaatverandering en biodiversiteit al onze aandacht zullen vragen (Van der Duim, 2020). Nu is deze oproep tot herbezinning niet nieuw. Al in de 70-er jaren van de vorige eeuw werd internationaal aandacht besteed aan de mogelijke gevolgen van toerisme voor onze leefomgeving, zoals in het befaamde boek The Golden Hordes van Turner en Ash (1975). In Nederland startte in de 80-er jaren een discussie over duurzaam toerisme. In de afgelopen 40 jaar hebben reisorganisaties, overheden, maatschappelijke organisaties (hier verder aangeduid als ngo’s) en onderwijs en wetenschap zich – veelal gezamenlijk en met soms met meer, soms met minder succes – gebogen over de mogelijkheden tot verduurzaming van de toeristische sector. Dit artikel – onderdeel van een project om de geschiedenis van 40 jaar duurzaam toerisme in Nederland vast te leggen – maakt de balans op door middel van een overzicht van de belangrijkste projecten en activiteiten van de Nederlandse reisindustrie in de afgelopen 40 jaar. De nadruk ligt daarbij op uitgaand toerisme en de rol van de ANVR.