Afkoeling woningmarkt gevolgen voor vastgoed recreatie en watersport?
Hoe dik is de portemonnee van de consument
In de ruim 40 jaren dat Maas recreatie bedrijfsmakelaardij actief is in het taxeren, aan- en verkopen van recreatie- en watersportbedrijven, heeft deze markt van allerlei ontwikkelingen doorgemaakt.
In de afgelopen jaren hebben we vaak onze visie gegeven op de markt van vraag- en aanbod van watersport- en verblijfsrecreatiebedrijven. Sinds COVID-19 is deze vraag historisch hoog te noemen. Veel mensen blijven in Nederland recreëren dus goede exploitatieresultaten voor vakantieparken en Franse concerns en private equity die op zoek zijn naar uitbreiding in NL.
Mij werd recent gevraagd naar de afkoeling van de woningmarkt en of die afkoeling ook gaat gelden in de markt van vraag- en aanbod van watersport- en verblijfsrecreatiebedrijven.
Om die vraag te beantwoorden dient er eerst een beeld verkregen te worden van die afkoeling van de woningmarkt:
- Vanuit hypotheekverstrekkers: daling van hypotheekaanvragen in de eerste twee kwartalen van dit jaar en de hypotheek bedragen dalen. Beide als gevolg van de stijgende rente;
- Vanuit de makelaars: in de eerste twee kwartalen van dit jaar ziet men dalende huizenprijzen, minder biedingen, minder bezichtigingen en er wordt minder overboden. De grote gekte is voorbij, maar de huizenprijzen zijn nog steeds erg hoog;
- DNB verwacht dit jaar nog een stijging van de huizenprijzen van 13,9% en daarna wordt het rustiger. In 2023 en 2024 verwacht men stijgingen van 3,7 en 2,5%.
Al met al dus signalen die de afkoeling bevestigen, althans: "De huizenmarkt is iets afgekoeld en de hypotheekrente is licht gedaald. Dit geeft huizenzoekers wat meer lucht. Nu misschien wel hét moment om een huis te kopen”, is te lezen op een site van een hypotheekaanbieder.
Gaat de afkoeling op de woningmarkt ook gevolgen hebben voor de markt van vraag- en aanbod van watersport- en verblijfsrecreatiebedrijven?
Ik denk dat dat nog wel eens mee zou kunnen vallen. Die markt heeft zich namelijk ook heel anders gemanifesteerd dan de woningmarkt tijdens de bankencrisis in 2008 – 2011. De oorzaak daarvan is volgens mij terug te vinden in het feit dat er hele andere parameters gelden in de markt van watersport- en verblijfsrecreatiebedrijven. Alles is terug te voeren op (toekomstig) rendement en het aanbod van alternatieve investeringen. Over dit laatste schreef ik in mijn vorige column dat als gevolg van allerlei overheidsplannen (onder meer verduurzaming, huurregulering.), woningbeleggingen minder in trek zijn waardoor reguliere beleggers de watersport- en recreatiemarkt betreden.
Maar de belangrijkste pijler is het (toekomstig) rendement. Zolang binnenlandse recreatie een erg belangrijk onderdeel is/blijft van de hedendaagse consument, blijven de bestedingen op peil. Veel is afhankelijk van het consumentenvertrouwen en de omvang van de portemonnee van die consument.
De bestedingen in de recreatie zijn sinds het intreden van allerlei crisissen niet zo hoog geweest. Dit jaar zien we wel dat, sinds COVID geen echt issue meer is, een behoorlijk deel daarvan weer verschuift naar het buitenland.
De omvang van de portemonnee is lastig te voorspellen. Ondanks de inflatiecijfers trok men er onverminderd op uit dit jaar. De verwachting is wel dat er in het najaar wellicht een ander gevoel gaat ontstaan bij de consument. Het koopkrachtverlies is namelijk in tijden niet zo hoog geweest. Onze overheid heeft echter de koopkrachtreparatie plannen al klaarliggen.
Dus ik concludeer dat, zolang de consument blijft recreëren in NL, de afkoeling van de woningmarkt beperkte gevolgen zal hebben voor de markt van vraag- en aanbod van watersport- en verblijfsrecreatiebedrijven.