Sportief zijn met beperking
De normaalste zaak voor het gemeentelijk sportbeleid!?
Beperkingen zijn onderdeel van de menselijke conditie. Iedereen kan op enig moment in het leven te maken krijgen met fysieke of mentale gebreken, tijdelijk door een blessure of langdurig of permanent door ziekte of ongeval (WHO, 2011; Schippers, 2021). Drie op de tien Nederlanders voelen zich belemmerd om te doen wat mensen ‘normaal’ gesproken doen vanwege problemen met de gezondheid, een op de tien vanwege pijn. Ongeveer een op de tien Nederlanders heeft een (lichamelijke) beperking in het bewegen, horen of zien. Ongeveer eenzelfde aantal voelt zich psychisch ongezond. Een derde heeft een langdurige aandoening en 1 procent van de Nederlanders heeft een verstandelijke beperking (Van den Dool et al., 2022; Van Lindert, 2019).
Caroline van Lindert is senior onderzoeker bij het Mulier Instituut.
Maxine de Jonge is junior onderzoeker bij het Mulier Instituut.
Mensen met een beperking sporten minder
Vreemd genoeg nemen we in de samenleving nog vaak het gezonde lichaam en de gezonde geest als uitgangspunt. Wie of wat daarvan afwijkt ervaren we als ‘niet normaal’ of ‘anders’. Dit mensbeeld, in het Engels ‘ableism’ genoemd, zorgt ervoor dat mensen met een beperking, bewust of onbewust, worden uitgesloten van deelname aan het sociale leven en minder (makkelijk) toegang hebben tot voorzieningen die voor mensen zonder beperking vanzelfsprekend zijn, waaronder sport en recreatief bewegen. Naast omgevingsdrempels, zoals problemen met vervoer, aanbod, accommodaties of begeleiding, ervaren mensen met een beperking ook persoonlijke belemmeringen bij het sporten, zoals pijn of vermoeidheid.
Zij sporten dan ook minder en zijn minder vaak lid van een sportvereniging dan mensen zonder beperking. Van de volwassenen met een lichamelijke beperking sport 28 procent op wekelijkse basis. Van alle volwassen Nederlanders sport ruim de helft wekelijks (54%). Terwijl de sportdeelname van de algemene bevolking is toegenomen, zien we voor mensen met een beperking maar weinig veranderen (zie tabel 1). Nemen we wekelijks sporten, wandelen en fietsen voor het plezier samen, dan zien we wel enige groei voor mensen met een lichamelijke beperking. Dit komt vooral door een toename in het recreatief wandelen (zie tabel 1; Van den Dool et al., 2022).
Tabel 1. Wekelijkse sportdeelname en wekelijkse sportdeelname inclusief wandelen en fietsen in de vrije tijd, bevolking 18-79 jaar, naar jaar en beperking (in procenten)
NB: variabel aantal per cel |
2001 (n=5.279) |
2007 (n=5.206) |
2013 (n=5.713) |
2019 (n=7.216) |
Wekelijkse sportdeelname |
||||
Bevolking, n > 5.200 |
48 |
50 |
52 |
53 |
Lichamelijke beperking (1 of meer), n > 660 |
28 |
32 |
31 |
26 |
Motorische beperking, n > 360 |
22 |
26 |
20 |
23 |
Auditieve beperking, n > 125 |
28 |
31 |
43 |
27 |
Visuele beperking, n > 170 |
32 |
32 |
36 |
26 |
Wekelijkse sportdeelname inclusief wandelen en fietsen in de vrije tijd |
||||
Bevolking, n > 5.200 |
84 |
86 |
87 |
90 |
Lichamelijke beperking (1 of meer), n > 660 |
69 |
75 |
74 |
76 |
Motorische beperking, n > 360 |
64 |
70 |
65 |
72 |
Auditieve beperking, n > 125 |
73 |
75 |
83 |
77 |
Visuele beperking, n > 170 |
67 |
75 |
76 |
84 |
Bron: CBS-Gezondheidsenquête (2001-2013), Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor CBS i.s.m. het RIVM (2014-2019), in: Van den Dool et al., 2022.
Streven naar inclusie
Om deze situatie te veranderen is aandacht voor sportstimulering en versterking van het sport- en beweeglandschap voor mensen met een beperking steeds in meer of mindere mate onderdeel (geweest) van het sportbeleid van de Nederlandse overheid (Van Lindert & De Jonge, 2022). Momenteel krijgt het wegnemen van belemmeringen om te sporten voor onder andere mensen met een beperking aandacht binnen de pijler Inclusief sporten en bewegen van het Nationaal Sportakkoord (NSA) (Ministerie van VWS et al., 2018). Het streven naar een inclusieve sport- en beweegomgeving sluit aan bij de principes van het VN-Verdrag Handicap. Met de ratificering van dit verdrag in 2016 is de Nederlandse overheid, inclusief alle gemeenten, verplicht maatregelen te nemen die bevorderen dat mensen met een beperking volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving, ook in de sport.
Centrale rol voor gemeenten in beleid
ls we een ‘foto’ maken van het ‘beleids- en organisatielandschap’ van sport en bewegen voor mensen met een beperking, zien we een veelkleurig palet aan organisaties op nationaal, regionaal en lokaal niveau (zie figuur 1). Zij delen allen min of meer dezelfde missie: sport toegankelijk(er) maken voor mensen met een beperking (Van Lindert & De Jonge, 2022).
Ondanks het ontbreken van een centrale ‘vlaggendrager’ die zorgt voor regie in het landschap, werken organisaties wel samen in dikwijls losse netwerkstructuren en is sprake van wederzijds afhankelijkheid (zie figuur 1). Gemeenten hebben een centrale rol in het landschap. Het lokale niveau is waar burgers aan sport deelnemen. Gemeenten kunnen hier in samenwerking met lokale partijen direct in interveniëren. Zij vullen lokaal het NSA en de implementatie van het VN-Verdrag Handicap in. Inmiddels zien we dat bijna alle gemeenten beleidsdoelstellingen hebben of ontwikkelen op het gebied van (inclusief) sporten en bewegen voor mensen met een beperking (96%). Deze doelstellingen liggen vast in de lokale beleidsnota sport en bewegen (57%, zie bijvoorbeeld tekstkader 2) en/of in het lokale sportakkoord (66%). Gemeenten sluiten deze af naar voorbeeld van de NSA, in samenwerking met lokale partijen. Vaak worden in deze akkoorden doelen gesteld om de toegankelijkheid van het sportaanbod te verbeteren (zie bijvoorbeeld tekstkader 2, Van Lindert & De Jonge, 2022).
Sportnota Rotterdam: Doel: In 2026 wordt inclusief sporten en bewegen als vanzelfsprekend ervaren door sporters en sport- en beweegaanbieders - Maatregelen (selectie) o Meer inzicht krijgen in de behoeften, stimulansen en belemmeringen die mensen met een beperking ervaren om te kunnen sporten en bewegen. o Onderzoeken of het huidige sport- en beweegaanbod in de regio aansluit bij de behoeften van mensen met een beperking. Waar nodig aanbieders stimuleren om hun aanbod aan te passen of nieuw aanbod te starten. o Belemmeringen wegnemen, het aanbod beter zichtbaar maken, intermediairs inzetten en specifieke doelgroepen stimuleren om te gaan sporten en bewegen. o Via de sportconsulenten van MEE Rijnmond individuele begeleiding bieden aan mensen met een beperking die extra hulp nodig hebben bij het vinden van een sport die bij hen past. o Sport- en beweegaanbieders met aanbod voor mensen met een beperking waar nodig ondersteunen bij de extra kosten die zij hebben met de subsidieregeling aangepast sporten. |
Tekstkader 1. Voorbeeld van gemeentelijk beleid voor inclusief sport en bewegen
Bron: Gemeente Rotterdam (2021).
Gemeenten zien de inzet van buurtsportcoaches en regionale samenwerking als de belangrijkste taken en succesfactoren bij het bevorderen van inclusie van mensen met een beperking. Een centraal element uit het VN-Verdrag Handicap lijkt echter maar niet te lukken: ervaringsdeskundigheid wordt nauwelijks ingezet. Dit staat haaks op de klachten van gemeenten en partners dat zij de wensen en behoeften van mensen met een beperking niet kennen en niet weten hoe ze te bereiken. Aanbod ontwikkelen samen met en aansluitend bij de wensen en behoeften van hen om wie het gaat is cruciaal bij het streven naar inclusie. Bij een kwart van de gemeenten worden mensen met een beperking bij de ontwikkeling van de doelstellingen betrokken. Behoeftenonderzoek doen zij nauwelijks (Van Lindert & De Jonge, 2022). Om daadwerkelijk stappen te zetten voor de inclusie van mensen met een beperking in de sport, zullen gemeenten en hun partners mensen met een beperking erbij moeten betrekken. Het is tijd om naar de mensen zelf te luisteren en het sportbeleid aan te passen, zodat mensen met een beperking net als ieder ander kunnen sporten.
Bronnen:
Dit artikel is gebaseerd op onderzoek dat het Mulier Instituut in 2022 uitbracht met subsidie van het ministerie van VWS:
- Deelname aan sport en bewegen door mensen met een beperking. Stand van zaken eind 2019. Van den Dool et al., 2022.
- Inclusief sporten en bewegen voor mensen met een beperking. Landschap en betekenissen. Van Lindert & De Jonge, 2022.
- Overige referenties opvraagbaar bij de auteurs c.vanlindert@mulierinstituut.nl