Regie op Bestemming - deel 1
Hoe krijg je regie op je bestemming? Die vraag stond centraal op de eerste live vakbijeenkomst die NBTC in lange tijd weer organiseerde. Dat er behoefte is aan kennisuitwisseling en ontmoeting bleek wel uit de massale belangstelling van beleidsmakers en DMO’s. Plaats van handeling was de 11e etage van het nieuwe Inntel Hotel met een prachtig zicht op de bestemming Utrecht. De redactie van NRIT ging eens luisteren. Een verslag van een inspirerende bijeenkomst. Vandaag deel 1 over duurzaam herstel en balans.
Duurzaam herstel en ontwikkeling van de bestemming Nederland
Volgens Anouk van Eekelen, Manager bestemmingsontwikkeling bij NBTC is toerisme echt een sector in transitie met Perspectief 2030 als onze stip aan de horizon. Want ondanks de pandemie en de daarmee gepaard gaande inzakkende bezoekerseconomie moeten we nog steeds werken aan een duurzame en toekomstbestendige bestemming. "Het gaat niet meer alleen over promotie, maar juist ook over bestemmingsmanagement, met een focus op het gedeelde belang van bezoekers, bewoners en bedrijven”, hield ze de aanwezigen voor. "Daarvoor moeten we veel breder kijken naar toerisme met naast economische voordelen ook sociale impact en effecten op de leefomgeving.
Maak daarom de impact van toerisme en recreatie op je regio zo positief mogelijk.” Om die doelen te realiseren is het belangrijk dat toerisme een integraal onderdeel wordt van het beleid. Van Eekelen was enthousiast over de regionale en lokale doorvertalingen van het gedachtengoed van Perspectief 2030. Maar ze was ook kritisch. "Ik geef daarom maar alvast een winstwaarschuwing. De uitvoering kost tijd en is echt een lange termijn aanpak. Het project ‘Veluwe op 1’ is jaren geleden gestart en nu zien we de eerste recreatiezoneringsprojecten.” Om bestemmingen daarbij behulpzaam te zijn heeft NBTC een bestemmingsontwikkelingsmodel ontwikkeld.
Balans, wat is dat eigenlijk?
Van Eekelen gaf het stokje door aan haar collega Evelien Visser-Jonker Insight Expert bij NBTC. Zij presenteerde namens het Data & Development Lab van NBTC, CELTH en CBS de eerste resultaten van het onderzoek "Waardevol Toerisme is werken aan balans’. Centraal daarin stond wat balans eigenlijk is en hoe je dat meet. Visser en haar collega’s zijn met vallen en opstaan op zoek naar het antwoord op die vragen. Balans lijkt eenvoudig maar bij nader inzien is het een ingewikkeld vraagstuk. Bij balans heb je het over een weegschaal met aan de ene kant ‘druk’ en aan de andere kant ‘draagkracht’. Druk kan zich uiten in bezoekersdichtheid, bezoekersintensiteit, bezoekersgedrag en spreiding in tijd en ruimte. Aan de andere kant van de weegschaal kijk je naar politieke, economische, psychologische, sociaal-culturele en psychische capaciteit.
Al met al geen eenvoudige opgave. "Welke beleidsvragen zijn relevant als je praat over balans en welke tools worden er nu al gebruikt?”, hield Visser de zaal nog maar een paar vragen voor. Toch zijn er in dit onderzoek met een afgerond literatuuronderzoek en het in kaart brengen van beleidsvragen al resultaten te melden. "De rode draad uit de expertinterviews is dat je allereerst onderscheid moet maken in beleidsvragen rond enerzijds de natuur en anderzijds de stad. Die vragen elk om hele andere methoden en technieken. Bestemmingen worstelen daarnaast ook met de balans tussen de verschillende stakeholders.” En zo werd een simpel begrip als ‘balans’ een ingewikkelde kluwen aan vragen die de onderzoekers voor het werkveld moeten zien te ontrafelen. Het project moet dit jaar nog een keuzetool opleveren waarmee beleidsmakers aan de slag kunnen.
Mooie nieuwe relaties in de MRA
Ellen van der Vossen, programmamanager Toerisme & Recreatie in Metropoolregio Amsterdam heeft samen met Bureau Buiten en Bureau Ruimte & Vrije Tijd voor 32 gemeentes in de Metropoolregio de omvang van toerisme en recreatie onderzocht. Een voor Nederland uniek project omdat verder is gekeken dan alleen de bekende parameters. Het onderzoek moet input geven over een geactualiseerde Strategische Agenda Toerisme in de MRA 2025. "Het was met elkaar leren en ontdekken”, vertelde van der Vossen. "We hebben heel veel data verzameld en het was steeds de vraag hoe die data te relateren is aan toerisme. Hebben stijgende huizenprijzen te maken met toerisme en wat zijn grenswaarden voor drukte?” Het was een omvangrijk onderzoek en kostte dus veel tijd. "Er is geen quick fix.” Maar er ontstonden ook mooie relaties. "We hebben gebiedstafels georganiseerd en zaten met nieuwe stakeholders aan tafel zoals Staatsbosbeheer en dat leverde weer nieuwe discussies op. De bewustwording over de uitdagingen bij alle deelnemers was ook een mooie bijvangst.”
Subsystemen centraal bij de optimale bezoekersmix
Keynote was Jan van der Borg, hoogleraar aan de universiteiten van Leuven en Venetië en vanuit die laatste locatie sprak hij online de aanwezigen toe. Hij gaf een tussenstand van het NBTC Draagkrachtonderzoek. Dat onderzoek loopt vanaf 2020 in toeristische hotspots Giethoorn, Zaanse Schans en Kinderdijk. Grote vraag is wat het optimaal aantal bezoekers is voor toeristische bestemmingen en de consequenties voor toeristisch beleid.
Van der Borg is al sinds het eind van de jaren 90 bezig met toeristische draagkracht. Hij kon mensen die daarvoor op zoek zijn naar de heilige graal direct teleurstellen: ”Er is een one-size-fits-all aanpak.” Het onderzoek is enigszins moeizaam verlopen omdat de onderzoekers door de pandemie last hadden van data-armoede en moeilijkere communicatie. "We konden ook niet het veld in om bezoekers te observeren of te ondervragen.”
Klaar voor herstart toerisme
De resultaten komen volgens Van der Borg op een gelukkig moment. "Ondanks de pandemie en de oorlog in Oekraïne zijn we klaar voor een herstart van het toerisme. Ik verwacht in 2030 weer een verdubbeling van het internationaal toerisme. Dat betekent dat bestemmingen die voor corona tegen grenzen aanhikten er dan overheen stromen.” Insteken op het juiste schaalniveau is voor een duurzame toeristische ontwikkeling voor Van der Borg de eerste stap. "Kijk je naar alleen die postzegel of breder naar het gebied.”
Uitgangspunt is een evenwicht tussen collectieve kosten en opbrengsten. "Toerisme is overduidelijk een hele belangrijke impuls voor de economie. Die positieve impact moeten we koesteren. Maar we moeten toewerken naar een kwaliteitsvolle ervaring voor de bezoekers met een harmonieuze relatie tussen bewoners en bezoekers.” Geluiden als ‘Gooi de toeristen eruit en laten ze hun portemonnee maar opsturen’ gaan de problemen niet oplossen.”
Meer kennis over subsystemen nodig
Voor de onderzoekers was het centraal stellen van de subsystemen een eyeopener. "Daar hebben we te weinig kennis over. Hoe ziet de custumer journey van bezoekers er nu precies uit? Wat doen ze, wanneer op de bestemming?” Als we dat weten kunnen we volgens Van der Borg de subsystemen zo goed mogelijk in kaart brengen. Dat alles moet leiden tot een toeristische ontwikkelingsstrategie.
Zoektocht naar het toeristisch optimum
"Het is een zoektocht naar de optimale bezoekersaantallen en een goede bezoekersmix”, hield Van der Borg de toehoorders voor. Daarbij is belangrijk om onderscheid te maken tussen dag- en verblijfsbezoek. "Wanneer is van welk soort bezoek te veel? We moeten daarom streven naar het toeristische optimum.” Dat is het punt waarop de collectieve kosten de collectieve opbrengsten overstijgen. De voornaamste oorzaak voor overtoerisme is dat een of meer toeristische subsystemen worden geconfronteerd met overvraag. In zijn optiek moet de aanpak meer flexibel worden en moeten we veel meer data gaan verzamelen. Die data moet dan in een Optimum Lineair programmeringsmodel worden gestopt om per subsysteem de capaciteit te berekenen.
Trefwoorden: dmos, bestemmingen, onderzoek, balans, beleid, bestemmingsontwikkeling, overtoerisme ondertoerisme