OV-expert: Lelystad Airport niet nodig

Als vanuit Nederland dagelijks 15 extra internationale treinen gaan rijden, is Lelystad Airport helemaal niet meer nodig. Dat stelt stelt Barth Donners, die bij de TU Delft is afgestudeerd op de potentie van de internationale trein op de website treinreiziger.nl. Meer internationale treinen kunnen diverse Europese (zaken)bestemmingen gaan vervangen waar nu nog op wordt gevlogen. Zo blijft er ruimte voor de vakantievluchten op Schiphol. Daarmee gooit de OV-expert een nieuw argument in de discussie rond de totstandkoming van Lelystad Airport.

In zijn onderzoek wijst Donners erop dat er maximaal 45.000 vliegbewegingen komen naar Lelystad Airport. Dat betekent tussen 50 en 60 vluchten per dag waarmee jaarlijks 4,5 miljoen passagiers kunnen worden vervoerd. Omdat treinen een veel grotere capaciteit hebben als vliegtuigen, zijn er maar 15 extra treinen nodig. Nu vertrekken er vanaf Amsterdam Centraal elke dag 50 internationale treinen.

Op het Trendcongres Toerisme & Vrije tijd dat we op 5 april samen met de hogescholen Saxion, NHTV, NHL Stenden, Inholland en HZ organiseren, een keynote Paul Peters die daar zal betogen dat het tijd wordt voor het ontwikkelen van een robuuste toeristische strategie die verder gaat dan een luchtvaartnota of klimaatwet. Kijk snel op www.toerismecongres.nl voor alle info.

Trein kan een veel grotere rol spelen

"Alleen al als alle vluchten naar Brussel, Berlijn, Düsseldorf, Hannover, Frankfurt, Hamburg en Parijs vervangen zouden worden door de trein zouden er dagelijks zo’n 50 tot 60 vluchten per dag geschrapt kunnen worden”, stelt Donners. "Maar ook naar bestemmingen als Londen, München, Stuttgart, Bremen en Basel zou de trein een grotere rol kunnen gaan spelen. Naar die bestemmingen zijn vliegen er momenteel dagelijks circa 75 vluchten. In totaal gaat het dus om zeker 130 vluchten waarbij de trein de potentie heeft om het vliegtuig te vervangen. Door deze vluchten te vervangen, blijft er op Schiphol ruimte over voor de vakantievluchten.”

Donners signaleert nog wel een probleem op het gebied van reistijd en prijs. De trein is vaak duurder omdat vliegtuigen geen belasting op kerosine hoeven te betalen en treinen wel BTW over de elektriciteit die ze gebruiken. Daarnaast vergelijken reizigers de kale ticketprijzen terwijl bij het vliegtuig allerhande bijkomende kosten dan worden vergeten. Daarnaast zijn internationale reizigers niet gewent met de trein te reizen. Dat de trein het vliegtuig kan verslaan blijkt uit de route Brussel-Londen waar de Eurostar inmiddels een marktaandeel heeft van 80% tot 90%.

Donners vindt dat de politiek aan zet is om ervoor te zorgen dat de potentie van de internationale trein ook daadwerkelijk benut gaat worden.