Handreiking voor natuurbeheerders: Gedragsstrategie honden aanlijnen

Een nieuwe handreiking biedt terreinbeheerders en andere partijen nieuwe inzichten en strategieën om het aanlijnen van honden in natuurgebieden te bevorderen. De handreiking, ‘Gedragsstrategie honden aangelijnd‘ benadrukt de noodzaak van effectieve gedragsinterventies om de negatieve impact van loslopende honden op de natuur te verminderen. Het onderzoek wordt 10 juni in een online ontbijtsessie gepresenteerd.
Loslopende honden verstoren het leven van wilde dieren door hun aanwezigheid en hun geur, wat leidt tot verstoring van de natuurlijke habitat. Toch zien terreinbeheerders dat veel baasjes in natuurgebieden waar dat niet is toegestaan hun hond los laten lopen. In opdracht van het Collectief Natuurinclusief deden de Behaviour Change Group en D&B onderzoek naar mogelijke interventies. Gedragsonderszoekers Nina Crox, Melissa Warmerdam en Lineke Hiemstra gingen aan de slag en komen met een handreiking vol praktische tips en voorbeelden.
Gedragsverandering essentieel
Om het aantal loslopende honden in natuurgebieden te verminderen, is gedragsverandering bij de baasjes essentieel. Het simpel verbieden met borden en boetes is onvoldoende. Maar allereerst zijn de terreinbeheerders in hun informatievoorziening zelf aan zet. Zo staan er bij de ingangen van natuur- en recreatiegebieden veel losse borden enworden alleen de regels gecommuniceerd en niet het belang van het aanlijnen van honden voor de natuur. Daarnaast moeten er voor hondenbezitters wel alternatieven zijn om hun hond vrij rond te laten lopen. Wanneer deze niet in de buurt of onaantrekkelijk zijn, wijken bezoekers uit naar een gebied waarin de hond aangelijnd moet worden,waar ze dit dan niet doen.
Maak de impact op de natuur duidelijk
Daarnaast hebben terreinbeheerders ook te maken met weerstand tegen een losloopverbod, omdat de hondeneigenaren zich niet realiseren dat hun hond zoveel impact kan hebben op de natuur. Kennis over de bescherming van wilde dieren kan aanlijngedrag stimuleren. Ook de sociale norm is belangrijk. We zijn geneigd naar het gedrag van anderen te kijken, omdat dit ons onbewust informatie geeft over hoe we ons zelf moeten gedragen. Dat wordt in het onderzoek bevestigd door hondenbezitters die zijn geïnterviewd. Een andere gedragsbepaler is de pakkans die hondenbezitters inschatten.
Gezondheid hond staat voorop
Misschien wel de belangrijkste gedragsbepaler is dat hondeneigenaren goed willen doen voor hun hond. Dat kan loslopen stimuleren omdat dat goed is voor de gezondheid van de hond. Maar het werkt ook andersom als er kans is op botsingen met fietsers of als er de zorg om de veiligheid van andere bezoekers. Bij dat laatste speelt ook de mate mee waarin eigenaren de controle op de eigen hond inschatten. Ook ingesleten gewoontes spelen een rol net als weerstand tegen verboden.
Wat kunnen terreinbeheerders doen?
De onderzoekers adviseren eerst de basis op orde te brengen met goede informatie, een handelingsperspectief en uitleg over de gevolgen van loslopende honden voor het wild. Gebruik daarvoor simpele taal met visuele ondersteuning. Plaats ook in het gebied kleine herinneringstekens om de gebruikers aan het gewenste gedrag te herinneren. Dat werkt goed, omdat veel hondenbezitters pas verderop in het gebied hun hond loslaten. Je kunt ook silhouetten van wild langs een wandelpad plaatsen om de bezoekers te herinneren aan hun aanwezigheid. Ook het uitdelen van hondenbrokjes aan hondenbezitters met het juiste gedrag kan helpen. Straffen in de vorm van handhaving en boetes kan werken als de waargenomen pakkans daardoor toeneemt en mensen de boete willen vermijden.
Mix van interventies werkt het best
Omdat elk gebied andere gebruikers heeft, is het belangrijk om in samenspraak met de lokale boswachters de juiste mix van interventies te kiezen. Daarbij is het belangrijk om een (hernieuwde) relatie met hondenbezitters op te bouwen, weerstand te erkennen, tegelijkertijd kennis over de gevolgen voor het wild te vergroten bij de hondenbezitters en zelfoverschatting over het gedrag van de eigen hond in het juiste perspectief te plaatsen. Weerstand tegen de regels kan worden verlaagd door keuzeopties te communiceren, wat mensen een gevoel van vrijheid kan geven. Weerstand tegen de boodschapper kan worden verminderd door vanuit het dier te communiceren. Een voorbeeld van kleine dasjes: "Onze moeder wordt verjaagd door de geur en urine van loslopende honden waardoor wij verhongeren in ons hol.” Omdat mensen geneigd zijn zich te conformeren naar de norm is het een idee om vrijwilligers te laten rondlopen met aangelijnde honden bij de start een interventieperiode.
Meer weten
Wil je meer weten over de handreiking ‘Gedragsstrategie honden aanlijnen’? Neem dan deel aan de ontbijtsessie hierover op 10 juni van 08.30 tot 09.30 uur. Aanmelden kan via: Online Inspiratieontbijt: Honden aan de lijn