Nederlandse bevolking groeit vooral door immigratie
Nieuwe prognose van CBS
Bijna een kwart van de bevolking zal dan 65 jaar of ouder zijn. Het aantal 20 tot 65- jarigen blijft stabiel. Wel zijn er minder veertigers en vijftigers en meer dertigers. De groep tot 20 blijft in omvang redelijk stabiel, wel zien we minder tieners en meer kinderen tot zeven jaar. Dat blijkt uit de nieuwe bevolkingsprognose van het CBS.
De bevolkingsprognose beschrijft het CBS de meest waarschijnlijke toekomstige ontwikkeling van de bevolking. Het CBS gebruikt hiervoor een simulatiemodel, waarbij op onderzoek gebaseerde veronderstellingen over geboorte, sterfte, migratie en levensverwachting als basis dienen. De prognosecijfers zijn met onzekerheden omgeven. Zo kunnen migratie, levenduur en geboortes zich anders dan verwacht ontwikkelen. De bevolking in 2060 ligt waarschijnlijk tussen 17,3 miljoen en 19,9 miljoen inwoners.
Bijna een kwart 65 jaar of ouder
In 2030 zullen er naar verwachting 4,2 miljoen 65-plussers in Nederland wonen, 920 duizend meer dan nu (begin 2019, voorlopig cijfer). Deze groep zal dan 23 procent van de bevolking vormen, nu is dat 19 procent. Vooral het aantal 80-plussers zal toenemen, van 0,8 miljoen nu tot 1,2 miljoen in 2030. De stijging van het aantal ouderen is zowel het gevolg van de naoorlogse geboortegolf, als van de toegenomen levensduur, die volgens de prognose verder zal stijgen.
Meer ouderen dan jongeren
In 2030 zal het aantal 0- tot 20-jarigen met 3,8 miljoen inwoners vrijwel niet veranderd zijn. Wel zullen er dan minder tieners en meer kinderen tot zeven jaar zijn. De laatste jaren zijn er relatief weinig baby’s geboren, voor de komende jaren wordt een stijging van het geboortecijfer verwacht. Momenteel wonen er bijna een half miljoen meer 20-minners dan 65-plussers in Nederland. Door de toename van het aantal ouderen zal de verhouding in 2030 andersom zijn, en overtreft het aantal 65-plussers dan het aantal jongeren met bijna een half miljoen.
Minder 20- tot 65-jarigen
Het aantal 20- tot 65-jarigen zal afnemen van 10,1 miljoen nu naar 10 miljoen in 2030. Het aandeel in de bevolking daalt van 59 procent naar 56 procent. De samenstelling van deze groep zal gaan veranderen: er zullen minder veertigers en vijftigers zijn, en meer dertigers. De toename in deze jongere leeftijdsgroep betreft vooral in Nederland geboren personen. Het zijn de kinderen van migranten en kleinkinderen van de babyboomgeneratie. De toename in deze leeftijden zorgt er mede voor dat het aantal geboorten in de toekomst zal stijgen.
Twee derde bevolkingsgroei door migratie
In 2030 zullen er naar verwachting 745 duizend extra mensen zijn. Twee derde van de groei komt door migranten (meer mensen immigreren dan emigreren), een derde doordat meer kinderen worden geboren dan er mensen overlijden). Het aantal inwoners met een migratieachtergrond zal toenemen van 24 procent begin 2019 naar 27 procent in 2030. Dit zijn zowel in het buitenland geboren mensen als hun in Nederland geboren kinderen.
De verwachting is dat er tot 2030 jaarlijks gemiddeld 230 duizend immigranten komen en 187 duizend emigranten Nederland verlaten. Dat zijn voor een groot deel voormalige immigranten die weer vertrekken. Het migratiesaldo zou dan uitkomen op gemiddeld 43 duizend per jaar, 5 duizend minder dan in de periode 2010–2018.
Het aantal geboorten zal volgens de prognose tussen 2019 en 2030 gaan toenemen tot gemiddeld 187 duizend per jaar. Door de verouderde bevolking zal ook de sterfte toenemen, tot gemiddeld 162 duizend in deze periode. Door de veranderingen in deze stromen zal de bevolking de komende tien jaar minder sterk groeien.