NHTV, Stenden en HZ mogen Centre of Expertise voor de sector opzetten
Opleidingen worden beloond voor jarenlange investeringen in onderzoek

Wat is het Centre of Expertise voor leisure, tourism & hospitality precies?
"CELTH is erop gericht om kennis over leisure, toerisme en hospitality te ontwikkelen en te verspreiden, zodat dit domein nog beter in staat is om de duurzame economische ontwikkeling van de Nederlandse samenleving mede aan te jagen. Het is een van de instrumenten van het topsectorenbeleid van de ministeries van Economische Zaken en Onderwijs om de kennis van hogescholen beter toegankelijk te maken voor het werkveld. Om dat fenomeen te faciliteren hebben ze de Centres of Expertise bedacht. Dat is een publiek-privaat partnerschap van enerzijds hogescholen, waar anderzijds het werkveld een bijdrage aan moet leveren. Het gaat echt om de driehoek onderwijs, onderzoek en werkveld: die moeten elkaar versterken.”
Maar wij zijn geen topsector. Hoe komen we dan toch aan een Centre of Expertise?
"Twee jaar geleden zijn de eerste drie Centres of Expertise gestart, in de chemie, watertechnologie en automotive. Vorig jaar mochten hogescholen zelf een aanvraag indienen om een Centre of Expertise te beginnen. Wij zijn naast de bestaande topsectoren als enige sector in staat gesteld een Centre of Expertise op te zetten. Dat vloeit voort uit het beleid van het ministerie om het gastvrijheidsdomein als topsector te gaan behandelen. Let wel, we zijn en worden geen topsector, maar worden wel als zodanig behandeld. We zijn er erg trots op dat het gelukt is.”
Hoe moeten we ons het Centre of Expertise voorstellen? Is dat een fysiek gebouw met allemaal onderzoekers?
"Het is echt een netwerksamenwerking. In het Centre of Expertise voor leisure, tourism & hospitality werken de hogescholen NHTV, Stenden en HZ samen. Dan heb je het dus over Breda, Leeuwarden en Vlissingen, een enorm eind uit elkaar. Heel nauw verbonden zijn ook de universiteiten van Tilburg, Wageningen en Groningen, waar de hogescholen al langer mee samenwerken. Je zit zover uit elkaar dat één fysiek gebouw ergens in het land niet gaat opschieten. Want je wilt juist dat al die docenten en onderzoekers van die hogescholen en universiteiten met elkaar gaan samenwerken, dat je kennis met elkaar gaat bundelen. Dan moet je ook dicht op het onderwijs zitten. En de studenten zitten nu eenmaal in Breda, Leeuwarden en Vlissingen.”
Wat voor budget is er beschikbaar?
"Het ministerie investeert jaarlijks een miljoen euro in ons Centre of Expertise. Hogescholen moeten een half miljoen euro investeren, evenals het werkveld. Dat is het model waarmee men de komende jaren vooruit wil. Het is bedoeld als een aanjaagsubsidie. Het ministerie investeert ook maximaal vier jaar. Daarna moet je op eigen benen kunnen staan.”
Dat laatste zal nog een uitdaging zijn.
"Dat is zeker een uitdaging. Het is natuurlijk wel de vraag of je structureel met een begroting van 2miljoen euro wilt werken. Het geld voor 2013 is toegekend. In het najaar worden we gereviewd. Dan wordt bekeken of we op koers liggen en moeten we laten zien dat dit Centre of Expertise haalbaar is en of de sector samen met ons gaat optrekken in dit initiatief. In 2014 krijgen we nogmaals een review, waarin we moeten aantonen dat we van het Centre of Expertise een duurzaam samenwerkingsmodel kunnen maken.”
Is dat niet lastig in onze sector met heel veel mkb-bedrijven en weinig echt grote kapitaalkrachtige spelers?
"Dat is verschrikkelijk lastig. Dit Centre of Expertise is totaal anders dan alle andere centra. Je hebt technologische Centres of Expertise waar grote partijen zo een paar ton op tafel leggen. Dan doen er twee mee en ben je klaar met het private financieringsdeel. In onze sector begin je qua bijdragen op een heel ander niveau. Onze sector is door het grote mkb-gehalte gewoon anders, die kun je niet over een kam scheren met de andere sectoren. Het gaat ook over andere typen van onderzoek, je hebt het over andere onderwijsvormen en andere samenwerkingsvormen. Dat proberen we bij de reviewcommissie over de bühne te krijgen.”
Hoe gaat het Centre of Expertise voor leisure, tourism & hospitality werken?
"We hebben vier thema’s uitgezet waar we met elkaar aan willen werken. De eerste is de maatschappelijk-economische betekenis van leisure, toerisme en hospitality. Het gaat daarbij niet alleen om hoeveel geld er in de sector wordt verdiend, maar ook om hoe relevant we zijn voor de quality of life. De kwaliteit van de leefomgeving, de leefbaarheid van het platteland, sociale cohesie van steden en de bijdrage aan gezondheid en welzijn. Echt de waarde van de sector voor de maatschappij in brede zin. De andere thema’s zijn innovatief ondernemerschap, duurzame ontwikkeling en de ontwikkeling van bestemmingen, en dan met name kustbestemmingen. De kust is een heel belangrijke pijler van ons toeristisch product.”
Hoe pakken jullie dat in de praktijk aan?
"Een mooi voorbeeld zijn de afspraken die we met ANVR hebben gemaakt. Zij willen een onderzoeksagenda voor duurzaam uitgaand toerisme. ANVR investeert geld waarmee we onder leiding van René van der Duim van Wageningen University een aantal promotieonderzoeken mogelijk maken. Samen met het onderwijs wordt een aantal thema’s waar ANVR behoefte aan heeft uitgewerkt. ANVR draagt die thema’s aan. Op die manier willen we het liefste werken. Want wij kunnen wel bedenken waar de reisbranche behoefte aan heeft, maar het moet andersom.”
Waar zit de koppeling met het onderwijs dan?
"Er zijn projecten waarin studenten een deel van het onderzoek oppakken. Wij willen ook de leerbedrijven verder ontwikkelen. We hebben al leerbedrijven binnen de hogescholen, maar die zijn sterk gekoppeld aan het onderwijs. Nu willen we de sprong naar het werkveld maken. Kun je bijvoorbeeld rond online travel agencies samen met het werkveld een leerbedrijf ontwikkelen? Daarnaast gaan we veel meer naar maatwerkonderwijs, een leven lang leren. Kunnen wij nieuwe trainingen voor mensen in het werkveld ontwikkelen? Aan dat soort initiatieven moet je denken.”
Wat verandert er door het Centre of Expertise bij NHTV, Stenden en HZ?
"We waren al heel erg actief op dit vlak. Dat is volgens mij een van de redenen dat we het Centre überhaupt gegund hebben gekregen. We konden laten zien dat we ervaring hadden op dit gebied. De grootste verandering is dat de drie hogescholen de krachten hebben gebundeld. Je brengt expertises bij elkaar die tot nu toe volledig van elkaar gescheiden waren. Op onderwijsvlak zijn de drie hogescholen natuurlijk concurrenten van elkaar, op onderzoeksvlak kunnen we elkaar juist heel goed aanvullen.”
Waarom deze drie hogescholen, en niet bijvoorbeeld Inholland of Saxion?
"Deze drie hogescholen hebben al een lange traditie in het doen van onderzoek. Ze hebben ook een koppeling met wetenschappelijk onderzoek. NHTV en HZ met de universiteiten van Tilburg en Wageningen en Stenden met de Rijksuniversiteit Groningen.”
Hoe kunnen ondernemers meedoen?
"Gewoon bellen. Zo simpel kan het zijn. Neem contact met ons op. Als we duizend verschillende vragen van ondernemers krijgen, kunnen wij daar parallellen uithalen, zodat we daarmee aan de slag kunnen. Ik heb veel liever dat het werkveld ons vertelt wat het nodig heeft dan dat wij gaan zitten bedenken wat het werkveld nodig heeft.”
Hoe gaan jullie het contact met het werkveld onderhouden?
"Dat gaan we voornamelijk via de branches en intermediaire organisaties doen. Daar wordt heel veel informatie voor het werkveld gebundeld. Natuurlijk hebben we vanuit ons bestaande netwerk ook heel veel contacten met individuele ondernemers. In september komt er ook een website.”
Hoe hebben jullie het georganiseerd?
"Met ingang van 1september hebben we een programmabureau. Dat is ingebed in de verschillende hogescholen en zorgt voor samenhang in de projecten. Daar komen alle vragen op tafel en bepalen we welke ideeën tot concrete projecten worden uitgewerkt.”
Wie is de baas?
"Het Centre of Expertise wordt aangestuurd door een stuurgroep waar ook het werkveld in is vertegenwoordigd. Bovendien hebben de hogescholen adviesraden voor het onderwijs. Dat zijn bijna vijftig vertegenwoordigers van het werkveld en die groep gaan we gebruiken als sparringpartner voor het Centre of Expertise. We werken dus niet alleen op projectniveau, maar ook op organisatieniveau nauw samen met het werkveld om te zorgen dat we de goede dingen doen.”
Wat gaat er gebeuren met bestaande onderzoeksinitiatieven zoals het Kenniscentrum Kusttoerisme, ETFI en CeLToR, om er maar een paar te noemen?
"CeLToR is de noemer geweest waaronder de universiteiten van Wageningen en Tilburg en NHTV samenwerken. Die samenwerking blijft bestaan, maar wordt nu ingebed in het nieuwe Centre. De naam CeLToR zal daardoor wat naar de achtergrond verdwijnen. De namen ETFI en Kenniscentrum Kusttoerisme blijven gewoon bestaan, het werkveld is gewend met die labels te communiceren. Maar de werkzaamheden verschuiven natuurlijk naar het Centre of Expertise.”
Is vier jaar niet heel kort om je te bewijzen? De meeste onderzoekstrajecten lopen veel langer.
"We hebben in de projecten twee versnellingen gedefinieerd. Je hebt enerzijds langetermijnonderzoek. Dat noemen we expertise driven. Bij dat soort projecten bepalen we nu welke vraagstukken er over een aantal jaar zullen spelen. Daar gaan we nu een onderzoekslijn op inzetten, zodat we over een paar jaar antwoorden voor het werkveld hebben. Dat is de langetermijnaanpak. Daarnaast heb je kortlopende vraagstukken, waarin ondernemers nu een vraag hebben en daar binnen een jaar antwoord op willen hebben. Dat zijn de twee versnellingen waarmee we willen gaan opereren.”
Moet het altijd onderzoek zijn?
"Dat hoeft niet. Het moet steeds een drieluik zijn van werkveld, onderzoek en onderwijs. We willen daarbij het werkveld ook veel meer betrekken in het onderwijs. Maar soms zullen we ook bestaande kennis toepassen op een bepaalde vraag van een werkveldpartner. We doen geen consultancy. Dat laten we over aan de adviesbureaus.”
"Het moet steeds een drieluik zijn van werkveld, onderzoek en onderwijs”
Zijn de resultaten openbaar toegankelijk?
"Er zit publiek geld in en dan is een belangrijke basisvoorwaarde dat de kennis publiek is. Het gaat in de Centres of Expertise juist om het delen van kennis. Aan de andere kant hebben we de opdracht om een bepaald verdienmodel voor het centrum te ontwikkelen. Ik kan me voorstellen dat we bepaalde onderzoeksmethoden of instrumenten ontwikkelen waar het werkveld op kan inschrijven. Dat moeten we de komende periode samen ontdekken.”
Wanneer is het geslaagd?
"Als over vier jaar het Centre of Expertise op eigen benen kan staan en we een duurzame verbinding tussen hogescholen en werkveld hebben gerealiseerd.”