Geplaatst op: 25-08-2014
Auteur: Han Verheijden

Attracties worden regionaal erfgoed

Attracties worden regionaal erfgoed

In mijn analyses van het toeristisch aanbod van regio’s of steden onderscheid ik altijd drie bouwstenen: het oorspronkelijk aanbod (cultuur, natuur, bevolking, infrastructuur), het afgeleide aanbod (accommodaties, voorzieningen en specifieke infrastructuur) en het organiserend vermogen (ondernemerschap, evenementen, promotie en boekingssystemen, etc.). Het oorspronkelijk aanbod is niet voor toerisme ontwikkeld, maar bepaalt meestal wel de identiteit van een bestemming. Denk maar aan de grachten van Amsterdam, de plassen en vaarten van Friesland of de kastelen en heuvels van Limburg.


Attracties (toeristische trekpleisters, zoals themaparken, uitkijktorens en dierentuinen) worden in deze systematiek gezien als onderdelen van het afgeleide aanbod. Deze voorzieningen zijn immers specifiek voor toeristisch gebruik gemaakt. Nu het toerisme een meer volwassen bedrijfstak wordt en zijn eigen geschiedenis opbouwt, lijkt dat te veranderen. De attracties worden door het publiek steeds vaker beschouwd als onderdeel van het regionaal, cultuurhistorisch aanbod en als mededrager van de regionale of stedelijke identiteit.


De Efteling, de Euromast, de Keukenhof, Madurodam en Neeltje Jans zijn allang niet meer louter commerciële themaparken. Ze zijn onlosmakelijk met de regio verbonden en zijn uitgegroeid tot bezienswaardigheden, die de doorsnee bezoeker niet mag en niet wil missen. Iets soortgelijks zie je in de Verenigde Staten, waar Disney World en Las Vegas beide om een puur commerciële reden zijn ontstaan. Inmiddels zijn deze trekpleisters ook fenomenen, die veel zeggen over de Amerikaanse mentaliteit en identiteit. Europeanen die anders nooit gokken of een pretpark bezoeken, gaan in Amerika wel naar de casino’s van Las Vegas of de parades van Mickey Mouse. Het mooiste historische voorbeeld van een gedaanteverandering is de Eiffeltoren: ooit een belangrijke trekker voor een Wereldtentoonstelling en nu een belangrijke bouwsteen van het Parijse erfgoed; voor de internationale toerist niet anders dan bijvoorbeeld de Sint-Pieter, de Borobudur, de Piramiden van Gizeh of de Taj Mahal.


Deze ontwikkeling kan in mijn visie een grote stimulans zijn voor de toeristische sector op regionaal of stedelijk niveau. De traditionele dragers van het oorspronkelijk aanbod (cultuur en natuur) zijn immers kwetsbaar (slijtage, schade aan flora en fauna) en hebben capaciteitsproblemen (probeer maar eens in de Sixtijnse Kapel te komen). Attracties zijn ecologisch of archeologisch veel minder gevoelig en kunnen relatief gemakkelijk worden uitgebreid en vernieuwd. Uitbreiding van de toeristische betekenis door het toevoegen van logiesaccommodatie kan hier ook sneller door de bestemming van de locatie en de beschikbare infrastructuur (ontsluiting, parkeren, etc.).


Nergens ter wereld zijn er zo veel attracties per vierkante meter of per inwoner als in Nederland. Hier liggen kansen en dus is het de hoogste tijd voor een herwaardering van onze parken. Planologische en financiële ondersteuning van de ontwikkeling van attracties kan veel voor een stad of regio betekenen. In mijn visie zal de burger dat ook toejuichen. Het gaat immers om ‘ons’ erfgoed, want wat is Den Haag zonder Madurodam, Emmen zonder Dierenpark, Rotterdam zonder Euromast, Midden-Brabant zonder Efteling, Harderwijk zonder Dolfinarium en Groene Hart zonder Keukenhof? En wat is er eigenlijk van toeristisch Eindhoven overgebleven na de sluiting van het Evoluon?


We zijn trots op onze attracties, en de inzet van publieke middelen voor de financiering van behoud en vernieuwing is zowel cultuurhistorisch als economisch meer dan de moeite waard! Vooral provinciale overheden zouden hier hun verantwoordelijkheid kunnen nemen en – naast planologische speelruimte – ook financiële middelen beschikbaar kunnen stellen voor de broodnodige investeringen in innovaties en kwaliteitsverbetering. De middelen zijn er en de toeristische sector zou er eigenlijk alles aan moeten doen om die te laten inzetten voor ‘hun’ regionale of stedelijke iconen.

Trefwoorden: attracties, erfgoed, regionale ontwikkeling, identiteit

||| Nieuws |||

18/12/25
Toerisme en recreatie spelen structurele rol in de leefbaarheid
In december heeft Destinatie Nederland een zienswijze ingediend op de Ontwerp Nota Ruimte. Toerisme en recreatie spelen een structurele rol en daar is ruimte voor nodig.
16/12/25
Utrecht Marketing gaat over naar Utrecht & Partners
Utrecht Marketing presenteerde onlangs haar Meerjarenplan 2026–2029 en ondertekende samen met wethouder Susanne Schilderman de meerjarenopdracht van de gemeente Utrecht. Tijdens dezelfde bijeenkomst maakte de organisatie bekend dat zij per 1 januari 2026 verdergaat onder een nieuwe naam: Utrecht & Partners.
15/12/25
Verdubbeling doorfietsroutes tot 2030
De Nederlandse doorfietsroutes zijn het afgelopen jaar opnieuw flink uitgebreid. In 2025 is het netwerk gegroeid naar 1.118 kilometer gerealiseerde doorfietsroutes, een toename van 137 kilometer ten opzichte van vorig jaar. De komende vijf jaar verdubbelt dat waarschijnlijk met 1.198 kilometer naar een totaal van 2.316 kilometer. Dat blijkt uit een inventarisatie van samenwerkingsorganisatie Tour de Force.
11/12/25
Exclusief voor leden
Startsein beplanting recreatiegebied Bonnenpolder
Met een feestelijke starthandeling is op 5 december officieel het startsein gegeven voor de realisatie van het nieuwe natuurgebied in de Bonnenpolder in Hoek van Holland. Een mooi project voor het vakgebied omdat het ook de recreatiedruk verlicht.
10/12/25
Groningen vraagt beleidsaanpassing Ontwerp-Nota Ruimte
De noordelijke provincie wil vier belangrijke punten in de Ontwerpnota laten aanpassen. Met grote rol voor onder meer erfgoed, natuur en de balans met economie.
09/12/25
HISWA-RECRON in hoger beroep voor onuitvoerbaar beleid emissieloos varen
Twee brancheorganisaties HISWA-RECRON en Watersportverbond gaan in hoger beroep bij de Raad van Stat...
03/12/25
BillyBird exploiteert openluchtzwembad Het Run tot 2030
BillyBird heeft de Europese openbare aanbesteding voor de exploitatie van openluchtzwembad Het Run in Drunen gewonnen. Daarmee blijft BillyBird, dat het zwembad al sinds 2019 beheert, ook de komende jaren verantwoordelijk voor de exploitatie.
28/11/25
Louvre introduceert hogere toegangsprijzen voor niet-EU bezoekers
Het wereldberoemde Louvre Museum kondigt aan dat vanaf 14 januari 2026 een aangepast prijsbeleid van kracht wordt. Bezoekers van buiten de Europese Economische Ruimte zullen een toegangsprijs van €32 betalen, tegenover het huidige tarief van €22.