Blij met de laatste plek (?)

Een tijdje geleden woonde ik een optreden bij van Jitske Kramer. Ze reist als antropoloog de wereld over om te leren van menselijk gedrag bij verschillende volkeren. Haar kennis en ervaringen laat ze terugkomen in ijzersterke lezingen over organiseren, samenwerken en leiderschap. In haar lezing ‘Tricky tijden van transformaties’ gaat ze uitgebreid in op de dynamiek van verandering en transformatie in onze samenleving. Net als hoogleraar Jan Rotmans spreekt ze van een overgangsfase, wat zorgt voor chaos op allerlei terreinen. Rotmans zegt dat we deze chaos moeten omarmen, omdat het de weg vormt naar een betere wereld. Volgens Jitske is er echter een gevaar dat we blijven hangen in deze overgangsfase. Het niet weten te doorbreken, doordat we in een wereld leven waarin een onbegrensde waarde centraal staat; fixatie op economische groei. En dit stimuleert onbegrensd gedrag.
Het zette me aan het denken. En telkens als ik Donald Trump zie met zijn mascottes Musk, Zuckerberg en Bezos word ik hierin bevestigd. Misschien wel in extreem uitvergrote vorm, maar toch. Al die jaren economische voorspoed heeft ertoe geleid dat we vinden dat we er ‘recht op hebben’.
Eigenlijk wil ik niet meer zo denken, wil ik economische voorspoed niet zo vanzelfsprekend vinden en het economisch perspectief niet leidend laten zijn. Ik betrap mezelf er echter op dat het best diepgeworteld zit als we in februari de eerste uitkomsten zien van de Forecast 2035, opgesteld door NBTC en CELTH. Een prognose voor het verblijfstoerisme in Nederland, dit keer ook gespecificeerd op provinciaal niveau. Ik scroll gelijk door naar de verwachtingen voor Drenthe en schrik. Drenthe bungelt onderaan het lijstje met een groei van 7%. Hoe gaan we dit verkopen, want er is in Drenthe op veel plekken nog ruimte voor groei.
Ik kauw er nog een beetje op en kom langzaam maar zeker tot het inzicht dat het eigenlijk een prima bericht is. Deze uitkomst sluit aan bij wat we nastreven. Een gematigde groei die past bij wat men in Drenthe waardeert: rust, ruimte en groen. We hebben het nota bene zelf in onze plannen en die van de Provincie Drenthe staan. Het past bij de focus op hoe de Drentse inwoner kan profiteren van recreatie en toerisme, met aandacht voor spreiding in ruimte en tijd. Het correspondeert met de gedachte dat we niet willen investeren in kwantiteit, maar meer in kwaliteit.
En met de krapte op de arbeidsmarkt is het misschien maar goed ook dat de groei niet zo flink is.
Je kunt natuurlijk denken; hoe hadden ze gereageerd als ze ‘beter’ hadden gescoord. Is dit niet een soort ‘recht lullen wat krom is’? Maar zo wil ik er eigenlijk niet naar kijken, want dat getuigt volgens mij van oud denken. Beter is niet per definitie meer. We kunnen als sector ook het beste jongetje van de klas worden, omdat we goed scoren op de sociaal-maatschappelijke of ecologische impact van de sector. En gelukkig wordt dat tegenwoordig steeds meer gemeten.
Jitske eindigde haar lezing met een oproep. Om tot transformatie te komen moeten we in de spiegel durven te kijken en patronen durven te doorbreken. Dat begint wat mij betreft met de bewustwording dat onze hersenen soms nog anders geprogrammeerd zijn. In ieder geval die van mij wel. Hoe zit het met die van jou?