Gastvrijheidssector: katalysator voor ontwikkeling
"Kamer
denkt over glas wijn bij de kapper”, zo luidde de kop bij het NOS deze
week. Een slijter die bij zijn dranken passende kaas en noten verkoopt,
een restaurant waar je de schilderijen aan de muur kunt kopen en een
kapper die een glas wijn schenkt bij het knippen. Als het aan de VVD
ligt wordt de wet zo veranderd dat dat mogelijk wordt. "Winkelen wordt
voor veel mensen steeds meer een beleving”, zegt Tweede Kamerlid Erik
Ziengs in een toelichting. Hij wil ondernemers de kans geven in te
spelen op de veranderende wensen van de consument, door verschillende
bedrijfsformules te combineren en daarmee winkelstraten een nieuw leven
in te blazen, ook wel blurring genoemd. "Zo blijft de vitaliteit in
steden en dorpen behouden”, aldus Ziengs.
Blurring, ofwel functiemenging, is niet nieuw. Zo zie je in de sportbranche dat de commerciële exploitanten al vele jaren zoeken naar mogelijkheden om functies toe te voegen aan de core business. Immers, een aantrekkelijk leisurecentrum biedt zo veel meer dan sport: het biedt een totale beleving, bestaande uit diverse leisure-, horeca-, maatschappelijke en sportfuncties. Als verantwoordelijke voor de business development van vernieuwende sportconcepten in België zag ik duidelijk dat de toevoeging van gastvrijheidsfuncties leidde tot meer beleving, een langere verblijfsduur, meer inkomsten (zeker bij Vlaamse horeca!) en lagere exploitatiekosten (door flexibel inzetten van personeel). Met als resultaat lagere kosten voor aanbestedende overheden. De uitdaging hier was vooral om overheden en hun adviseurs ook breder dan de eigen sector te laten kijken.
Blurring en de integratie van gastvrijheidsconcepten speelt tegenwoordig een belangrijke rol bij retailpartijen, winkelgebieden en vastgoedeigenaars om zich vernieuwend te positioneren, meer beleving te bieden en meer bezoekers aan te trekken. Vanuit de wetenschap dat een langere verblijfstijd leidt tot hogere bestedingen, is het vervolgens de kunst gasten te verleiden om zo lang mogelijk te verblijven. De retail- en binnenstadsmanagers zien de toevoeging van gastvrijheidsconcepten en (mede daarmee) de toevoeging van beleving, grotendeels als oplossing om het doorgaans dalende bezoek aan de fysieke winkelgebieden weer te laten toenemen. De gastvrijheidssector fungeert zo als katalysator op de (her)ontwikkeling van winkelstraten, gebieden en binnensteden. Ook hier zien we dat het belang van de gastvrijheidssector toeneemt.
Probleem tot op heden is dat het toelaten van nieuwe, gemengde bedrijfsmodellen niet binnen de bestaande regels past. De Drank- en Horecawet kent nog steeds een strikte scheiding tussen wat in levensmiddelenwinkels, slijterijen, horeca en nietlevensmiddelenwinkels verkocht mag worden. Afgelopen jaren hebben daarom onder regie van de VNG diverse pilots plaatsgevonden om blurringconcepten te testen, waarbij ondernemers op individuele basis niet gehouden waren aan de Drank- en Horecawet. De resultaten waren nog bescheiden. De initiatiefwet van Ziengs komt daarom als geroepen om ondernemers – zowel retail als horeca – echt met vernieuwende concepten aan de gang te laten gaan. Nieuwe concepten, waarbij niet de regelgeving maar de consument centraal staat!
De gastvrijheidssector als katalysator voor ontwikkeling, het is goed te zien dat hier ruimte aan gegeven wordt. Als Centre of Expertise voor de gastvrijheidssector zijn we inmiddels in gesprek met partijen uit de retail, het binnenstadsmanagement en vastgoed over de verweving van ‘hun’ domein met het gastvrijheidsdomein. We verkennen graag hoe we grensoverschrijdend mee invulling kunnen geven aan optimale gastvrijheid!