Bezuiniging van 24 miljoen euro op nationale parken definitief van de baan

De voorgenomen bezuiniging van op de Nationale Parken in Nederland is definitief geschrapt. De bezuiniging, die in eerste instantie was opgenomen in de Voorjaarsnota, leidde tot grote zorgen bij natuurorganisaties, provincies en terreinbeheerders.
Dat betekende dat de eerder afgesproken rijksbijdrage aan de Nationale Parken zou komen te vervallen. Met dat geld werd onder andere bestemd voor natuureducatie, informatievoorziening, vrijwilligersbeleid en publiekscommunicatie. Voor 2026 gaat het om 1,8 miljoen euro, voor 2027 6 miljoen euro, voor de jaren 2028, 2029 en 2030 gaat het om circa 5,3 miljoen euro per jaar.
Intersieve lobby
Dankzij intensieve lobby vanuit het netwerk van nationale parken en brede politieke steun in de Tweede Kamer is de maatregel teruggedraaid. De petitie ‘Red onze Nationale Parken’ werd ruim 34.000 keer ondertekend. Een amendement dat de structurele ombuiging van 23,7 miljoen euro wilde schrappen, kreeg voldoende steun in de Kamer. Een amendement van Volt, Groen Links/PVDA, PvdD, D66, Cu, SP, CDA kreeg ook de steun van PVV, FVD en JA21.
Nationale Parken van grote waarde
Volgens de indieners van de motie zijn Nationale parken van grote waarde voor mens, natuur en economie. Jaarlijks bezoeken ruim 6 miljoen mensen deze gebieden, die daarmee de grootste en voor het publiek gratis toegankelijke recreatieve voorziening van Nederland vormen. Uit onderzoek van Ecorys blijkt dat het keurmerk ‘Nationaal Park’ jaarlijks circa 70 miljoen euro aan extra economische waarde genereert, bovenop de bredere baten van natuur. Europees onderzoek toont aan dat elke euro die in natuur wordt geïnvesteerd een maatschappelijk rendement kan opleveren van 8 tot zelfs 38 keer de oorspronkelijke investering.
























































