Geplaatst op: 04-10-2022
Publicatie: LDA 2022

Twee jaar Landelijke Data Alliantie

Het vergezicht van het LDA-netwerk

Twee jaar Landelijke Data Alliantie

De Landelijke Data Alliantie is ruim twee jaar onderweg. We blikken terug maar vooral vooruit met het betrokken netwerk. Wat is de waarde van de LDA, is de structuur en financiering na de start nog op orde en wat is het vergezicht? Gesprekspartners zijn Jos Vranken directeur van NBTC, Menno Stokman directeur van CELTH, Wendy Sieger Manager van het Kennisnetwerk Destinatie Nederland, Dick van der Velde gedeputeerde van de provincie Zeeland en Pieter Roos, senior beleidsmedewerker van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Datagedreven werken

We starten met de essentie onder de LDA en dat is datagedreven werken. Hoe zitten de deelnemers aan de ronde tafel in die wedstrijd? Volgens Menno Stokman van CELTH is datagedreven werken bittere noodzaak. "Dat moeten we met elkaar en ook binnen de LDA verder uitbouwen.” Voor een bewuste bestemming is het voor Stokman zelfs essentieel: "Planners en managers van bestemmingen moeten hun strategieën met betere data onderbouwen. In die zin is datagedreven werken een vereiste om in toekomst te zorgen voor een bewuste ontwikkeling van bestemmingen.” Jos Vranken van NBTC ziet in datagedreven werken absoluut geen hype of een voorbijgaand ding: "Deze sector kan nog veel winnen met een meer feitelijk en met data onderbouwd toekomstperspectief. Dat geldt voor beleidsmakers, bestuurders maar ook voor het private deel van de bestemming.”

"De LDA is een ecosysteem dat heel erg bij deze tijd past”

"Als je uitgaat van het nut van data en de mogelijkheden voor de toekomst dan praat je inderdaad niet meer over een trend of hype”, stelt gedeputeerde Dick van der Velde van de provincie Zeeland resoluut. "Ook niet bij toerisme en recreatie, met haar impact en uitdagingen op zovele terreinen, geldt dat. En we staan nog maar aan het begin van dit hele feest.” Ook voor Pieter Roos van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat is het werken op basis van feiten en informatie van groot belang. Maar niet iedereen heeft de behoefte aan dezelfde data: "Binnen het Rijksdomein zijn we op zoek naar gegevens en trends op de lange termijn. Ik kan me heel goed voorstellen dat dat voor gemeenten en provincies anders is. Die hebben veel meer de behoefte om te weten wat er gisteren, vandaag en morgen gebeurt. Welke bezoekers ze kunnen verwachten en wat betekent dat voor hun bestemming?” Datagedreven werken is voor Wendy Sieger van het Kennisnetwerk Destinatie Nederland essentieel. "Het lijkt misschien een hype omdat er heel veel aandacht voor is, maar wel aandacht voor iets heel fundamenteels.” En dat is voor Sieger kennis en inzichten over de bezoekerseconomie. "Dat is nodig om goede beleidskeuzes te kunnen maken. Vanuit ons kennisnetwerk sturen we erop dat data en inzichten ook op regionaal niveau komen. Want het werkgebied van DMO’s en CMO’s is regionaal en lokaal.”

Nieuwe data

Voor Sieger zijn de vier pijlers waarop de LDA stoelt het uitgangspunt. Ze wijst dan op de omvang en het profiel van de bezoekers, bezoekersstromen en het gedrag op locatie, de impact van bezoek en het aanbod. Het is voor Sieger belangrijk om over feitelijke informatie te beschikken: "In de media zie je vaak op basis van waarnemingen en percepties zaken die voor feitelijk worden aangenomen. Dat nemen anderen dan weer over.” Voor Vranken is alleen data niet genoeg: "Want je kunt begraven worden in data en er niks uithalen. Het gaat altijd om de relevante inzichten die je uit data kunt halen.” Hij vindt dat we met name werk moeten maken van de andere impacts dan alleen de economische: "Het gaat namelijk ook om ecologische, sociaal en maatschappelijke impacts van toerisme. Gelukkig zijn allerlei partijen in Landelijke Data Alliantie- of Data & Development Lab-verband hier druk mee bezig.”

Maar het is volgens Stokman nog wel een zoektocht voor partijen om de andere waarden van toerisme en recreatie verder te verkennen en te versterken. "Ecologisch gezien, zie je dat we nog te weinig weten van de impact die de sector heeft want we groeien nu naar een soort ecologische bovengrens. Die moeten we veel scherper hebben want anders weten we echt niet waar we het over hebben.” Stokman is ook kritisch op de snelheid waarmee de sector opereert. "We zitten niet op koers en dat moeten we met cijfers veel beter duiden. Anders krijgen we als sector met Urgenda-achtige rechtszaken te maken.” In het DDL-project, ‘Waardevol toerisme is werken aan balans’, verkennen CELTH en NBTC wat balans op bestemming precies inhoudt en hoe we dat kunnen meten. "Dat willen we veel scherper in beeld krijgen want we hebben nu eigenlijk alleen maar anekdotisch bewijs”, stelt Stokman die het bijna schokkend vindt dat we dat als sector überhaupt nog moeten verkennen. Vranken gaat nog wat verder: "Dat we ecologisch nog zoveel stappen moeten maken, klinkt wat raar voor een sector die mondiaal als vervuilende sector kan worden betiteld.” Hij ziet overigens de ecologische voetafdruk van de sector niet per se als een belemmering maar vooral als een kans: "Je kunt travel & tourism ook ‘for the good’ gebruiken. Door de kracht en de macht van bezoek om te zetten naar een verantwoordelijkheid om vervolgens het voortouw te nemen in die ecologische en sociaal-maatschappelijke ontwikkeling.”

LDA typisch Nederlands?

Internationaal uitzoomend is de organisatie van de LDA behoorlijk uniek. Stokman ziet de manier waarop we de LDA vormgeven als iets typisch Nederlands: "Ik denk dat het wel een Nederlandse succesformule is. Dat zie je ook in CELTH. Daar werken en investeren drie hogescholen structureel samen in een kennisagenda, aangevuld met investeringen van andere universiteiten en werkveldpartners. Dat zie je in het buitenland niet.” Ook de LDA is als een netwerk vormgegeven en daarmee vergelijkbaar met CELTH. "Volgens mij is dit de nieuwe manier om dit soort ontwikkelingen vorm te geven. Met elkaar zodat de agenda ook van iedereen is.” Ook Roos is enthousiast over de samenwerkingsvorm die voor de LDA is gekozen: "Er wordt wel eens naar de overheid gekeken als partij die meer regie moet nemen. Maar het nadeel van meer regie is dat je niet uitlokt dat mensen proactief worden. Ik denk dat we juist in de kracht van het gezamenlijke stappen verder kunnen komen. Daarom zijn we heel erg van samen optrekken. Wat heel mooi van de LDAis dat je een proces hebt waar betrokkenen uit de sector kunnen aangeven wat belangrijk is en er zo een gemeenschappelijk verhaal komt.” Hij ziet ook veel enthousiasme in de sector: "We zijn ook heel blij dat er vanuit het domein veel belangstelling is voor de Landelijke Data Alliantie. Dat zien we in de Programmaraad maar ook op de Landelijke Kennisdag.”Energie steken in een zelfstandige LDA is niet aan Sieger besteed: "Ik ben erg van het principe ‘structure follows strategy’. Ik zou veel meer de vraag willen stellen wat er nodig is om te versnellen. Het oprichten en inrichten van een eigen organisatie kost ook heel veel tijd en geld. Dat vraagt weer om allerlei andere uitdagingen. De vraag is dan wat daarvan de meerwaarde is. Je hebt nu een ecosysteem gebouwd dat heel erg bij deze tijd past om binnen netwerken te kunnen acteren.”

De uitdaging zit voor Vranken in de uitvoering waar hij twee sporen ziet. "Je hebt de strategische kant waar je bepaalt welke inzichten je nodig hebt om de beweging naar die vitale toekomst te kunnen maken. Daar heb je strategisten en bestuurders voor nodig die met elkaar richting kunnen geven. Dat moet gevoed worden door de gebruikers en de belanghebbenden die de behoefte voelen en hebben. Maar als het gaat om uitvoeringskracht heb je andere mensen nodig. Mensen die zonder al te veel last en ruggenspraak van achterbannen of leden gewoon werk kunnen maken van de operationalisering van een onderzoek.”

Daar mag de LDA van Vranken wel wat scherper aan de wind zeilen. "Ik merk dat strategie en strategisten soms te lang betrokken blijven bij de uitvoering en daardoor gaat de snelheid en uitvoeringskracht in mijn beleving toch wel een beetje verloren.” Dat betekent niet dat Vranken geen sterke band ziet tussen strategie en uitvoering: "Bottom up moet je de behoeftes ophalen maar dat moet dan samenkomen in een visie, een vergezicht, een strategie en financiering. Dat moet je dan consolideren maar zo snel mogelijk weer de uitvoeringskracht beneden vinden want daar zitten de partijen, die, omdat ze zelf een belang hebben, ook aan de slag willen.” Een mooi voorbeeld hoe beleid en uitvoering elkaar kunnen versterken is volgens Stokman het onderzoek rond het aantonen dat spreiden van toeristen met marketing werkt. Maar het heeft wel lang geduurd. "De positieve resultaten werden online gepost en door iedereen nationaal en internationaal opgepikt. Wauw, eindelijk het bewijs.” Dat is vreemd omdat spreiding al 10 jaar of langer wordt ingezet. "Die strategie moet je veel eerder kunnen stutten met onderzoek want daar werd best wel veel over getwijfeld. Als dan blijkt dat het werkt, kun je de twijfels wegnemen.”

De kracht van de LDA

Vranken is uitermate positief over de Landelijk Data Alliantie: "Het aardige van de LDA is dat het een open netwerk is van belanghebbenden op allerlei niveau en van allerlei pluimage die iets hebben met dit onderwerp.” Dat open netwerk ziet hij vooral als het doorlopen van fases: "Het is net een verleidingsdans. Je gaat eerst daten met elkaar, dan vind je elkaar aardig of niet en op een gegeven moment ontstaat er een relatie en hopelijk iets heel moois. En dat zie je ook bij de LDA. We zijn de dating fase voorbij; er is nu sprake van een relatie en die evolueert.”

Voor Stokman is het netwerk de grootste winst: "Zorgen dat je met elkaar de juiste agenda weet neer te zetten. Als je dan met elkaar de taken goed verdeelt, is er veel mogelijk.” Ook de regio speelt een nadrukkelijke rol: "Opgaven met elkaar delen in de LDA geeft veel winst zodat je niet in elke regio het wiel opnieuw hoeft uit te vinden.” Sieger breekt een behoorlijke lans voor regionale inzichten: "Als je de ontwikkelingen op ruimtelijk, economisch en sociaal gebied in een regio tijdig wilt signaleren en daar beleid op wilt maken dan is het heel belangrijk dat je die gegevens op regionale schaal beschikbaar hebt.” Data is voor Sieger niet alleen terugkijken: "Als we het hebben over bijvoorbeeld grote druk op een natuurgebied of openbare ruimte wil je tijdig weten dat die drukte er aan komt om daarop te anticiperen.” Regionalisering van data is ook voor Vranken een lang gekoesterde wens. "We zien dat heel veel steden en regio’s een grote behoefte hebben aan landelijke datasets op hun gebiedsniveau. Daar wordt ook hard aan gewerkt. Ook binnen CBS is dat een actueel aandachtspunt. Dan is het belangrijk dat op dat knooppunt, waar én het CBS, EZK, NBTC, CELTH, de kennisinstellingen én de gebruiker samenkomen, aan oplossingen wordt gewerkt. Daar zit de grote waarde voor de LDA.”

"Mijn rol als bestuurder is enerzijds mee te werken aan het genereren van data en langs de andere kant bezien op welke manier we die data kunnen inzetten voor het vormen van beleid”, stelt van der Velde vanuit het Zeeuwse. "Ik denk dat we daar landelijke data voor nodig hebben maar ook data die we in de provincie zelf genereren. Het Kenniscentrum Kusttoerisme staat ons het hele jaar bij met cijfers en de interpretatie daarvan.” Van der Velde is een groot voorstander van een combinatie van landelijke met regionale data: "Ik denk dat we het allebei moeten doen. Gebruik maken van landelijk beschikbare data en tegelijkertijd alle kansen aangrijpen die we vanuit onszelf hebben om de couleur locale te kunnen bepalen met de data die we lokaal én regionaal genereren en verzamelen. Ook op provinciaal niveau zien we immers verschillen tussen bijvoorbeeld kustregio’s en het achterland. In Goes zal anders naar die data gekeken worden dan in de gemeente Veere.”

Van der Velde vindt daarin op landelijk niveau een medestander. Roos: "Het is niet aan het rijk om te bepalen wat voor type informatie regio’s precies moeten krijgen. Op provinciaal en gemeentelijk niveau gebeurt er sowieso al heel erg veel. Wat je ook ziet dat er binnen het toeristisch domein veel spelers zijn die allemaal hun eigen informatiebehoefte hebben. Een beleidsmedewerker bij de gemeente Groningen heeft een hele andere informatiebehoefte dan de DMO op de Veluwe. Het belang van het landelijke is dat je onderzoek in gemeente of provincie A kunt vergelijken met gemeente of provincie B.”

Stokman ziet het flexibele karakter van de LDA als een belangrijke kracht: Als je het op de inhoud weet te organiseren, heb je echt succes in handen.” Wat hem betreft mag die strategie en de inhoudelijke agenda dan ook formeel door de sector worden bekrachtigd: "Misschien dat daar in Taskforceverband nog een ‘zegen’ op gegeven moet worden om zodoende die strategie meer gewicht te geven.” Het Kennisnetwerk Destinatie Nederland is een enthousiaste partner van de LDA. Sieger: "Wij doen mee aan de LDA omdat we het belangrijk vinden dat de onderzoeken die gedaan worden en nodig zijn, aansluiten bij de behoefte van de DMO’s en CMO’s. Het is heel goed om te zien dat er de afgelopen jaren grote stappen zijn gemaakt. Wat we ook belangrijk vinden is dat er één platform is waar de onderzoeksresultaten op een aantrekkelijke en toegankelijke manier gecommuniceerd worden.” In dat kader zijn de recent ontwikkelde dashboards met regionale data voor Sieger een hele mooie toevoeging. Toch is er ook kritiek. "We vinden het belangrijk om tot toepasbare informatie te komen. Wat we nog te vaak zien is dat je de schakel mist tussen onderzoekers en gebruikers van data.” Die schakel noemt Sieger ‘datatolken’. Dat kunnen mensen zijn van vlees en bloed maar ook de wijze waarop je resultaten presenteert. "Niet alleen in woord en toelichting maar ook in visualisatie.” De meeste mensen worden volgens Sieger niet heel erg warm van cijfers en tabellen maar kunnen een plaatje veel makkelijker begrijpen. "Er is nog een wereld te winnen in het toegankelijker maken van data met visualisaties.” Ze vat het belang van data voor haar achterban mooi samen: "Data & inzichten in het bezoekersprofiel en bezoekersgedrag in een bestemming vormen het fundament waarop je als destinatiemarketingorganisatie kan acteren met je marketing- en managementstrategie. Vandaar dat wij als belangenbehartiger van DMO’s en CMO’s via de Landelijke Data Alliantie blijven inzetten op het beschikbaar maken en ontsluiten van deze data op lokale/regionale schaal.”

De kracht van de LDA zit voor Sieger heel erg in het samen aan een groter doel werken. "Het is heel waardevol dat we nu een soort ecosysteem hebben opgezet.” Maar het gaat haar niet snel genoeg: "We gaan nu redelijk langzaam omdat we de middelen niet hebben om te versnellen. Ik vind dat de LDA moet kunnen versnellen anders missen we als bestemming Nederland de boot.”

Ook voor Stokman is een versnelling hard nodig: "Je ziet dat partijen de uitdagingen rond human capital heel belangrijk vinden. Dat vinden we al jaren en nu is er dan eindelijk een Arbeidsmarktmonitor voor de gastvrijheidssector. Dat heeft heel lang geduurd en kan beter.” Dat die data er niet was, vindt Stokman eigenlijk best wel vreemd want toerisme zorgt al heel lang voor veel bestedingen en nog meer werkgelegenheid. "Je wilt die feiten veel sterker onderbouwen en je wilt veel meer weten. Over bijvoorbeeld typen banen, wat die banen dan opleveren en wat betekent dat voor de toeristische ontwikkeling. Dat is allemaal heel erg dun terwijl we wel veel zeggen over human capital.”

Financiering van de LDA

Dat de LDA geen rechtspersoon is met een eigenstandige financiering is voor Vranken geen probleem. "Het is een bewuste keuze geweest om in de aanloop niet de energie te steken in formele zaken.” NBTC krijgt een basisfinanciering van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en vanuit die financiering wordt ook de organisatie van de LDA gefinancierd. "Je ziet dat op projectniveau veel partijen meedoen en meebetalen. Dat is heel tof.” Maar juist die ad hoc financiering is voor Vranken in de toekomst geen houdbaar financieringsmodel. "Mijn wens is dat je voor de basisstatistieken niet steeds als LDA met de pet rond moet. Het kan toch niet zo zijn dat je voor de belangrijkste inzichten op recreatie en toerisme elke keer bij onder andere twaalf provincies voor een habbekrats langs moet.” De LDA heeft daardoor behoefte aan relatief veel procesgeld. "Dat geld zou veel beter besteed zijn aan het realiseren van de goede data en relevante inzichten”, stelt Vranken die soms lijdzaam moet toekijken hoe budgetten verdampen in een rondje langs de velden. Sieger maakt, gevraagd naar de financiering van de LDA, de vergelijking met een collectebus die steeds rondgaat voor een paar duizend euro. Voor haar staat de enorme inspanning die je moet doen om projecten van de grond te krijgen niet in verhouding tot het gecollecteerde geld. "Ik vind dat er een goede basisfinanciering moet komen voor de LDA. Die collectebus, dat verhaal, moet echt stoppen”, zegt ze resoluut. "Kennis over de markt is zo fundamenteel. Daar hoort een behoorlijke investering bij. Dit is iets dat je landelijk heel goed kunt regelen.” Wie dan precies de collectebus moet vullen, is nog de vraag. "Ik denk dat daarin de mogelijkheden onderzocht moeten worden. Maar het moet in elk geval op Rijksniveau.” Toch is het niet alleen maar het hand ophouden bij het Rijk. De LDA is zelf ook op zoek naar aanvullende financiële middelen. "We onderzoeken of en hoe we als LDA aanspraak kunnen maken op Nederlandse of Europese fondsen.”

Voor de financiering van landelijke data kijkt Van der Velden nadrukkelijk naar Den Haag: "Het Rijk heeft in haar agenda staan dat we meer datagedreven moeten werken. Dus ik ben benieuwd op welke manier we voor toerisme en recreatie die aansluiting kunnen vinden.” Van der Velden is voorstander van een landelijk budget voor landelijke statistieken en pakt de handschoen op: "Ik maak deel uit van de Kerngroep Toerisme en als we de gelegenheid hebben om de minister aan te spreken omtrent data maak ik structurele en meerjarige middelen en snelheid graag onderwerp van gesprek.”

Volgens Roos schiet het ministerie van EZK niet bij voorbaat met de geldbuidel te hulp "De budgetten zijn de budgetten en die zullen ook niet snel veranderen. Daar hebben we vanuit het regeer- en coalitieakkoord ook helemaal geen ruimte toe gekregen.” Dat betekent niet dat er niets kan veranderen. Roos: "Wat je wel ziet is dat er taakverschuivingen plaatsvinden. We zijn in 2020 met het NBTC een andere weg ingeslagen met minder focus op het aantrekken van meer toeristen en meer aandacht voor het actief sturen op bestemmingsontwikkeling en het versterken van de kennisbasis. We maken steeds met NBTC afspraken voor vier jaar en ik kan me voorstellen dat we in de nieuwe afspraak met NBTC bijvoorbeeld meer tijd en geld naar data zal gaan.” Toch ziet Roos de financiering van data vooral als een gezamenlijke inspanning: "Uiteindelijk is het een gemeenschappelijk belang waarin ieder zijn rol heeft. Het is logisch dat we dat met elkaar financieren.”

Landelijke Data Strategie

Stokman ziet voor wat betreft de financiering een belangrijke rol voor de Landelijke Data Strategie die nu wordt ontwikkeld: "Het zou mooi zijn als we tot een gezamenlijke strategie komen zodat partijen aan de voorkant kunnen instemmen en daarvoor budgetten alloceren.” Dat brede draagvlak is voor Vranken essentieel: "De kracht van de LDA is dat EZK, CBS, CELTH en andere kennisinstellingen met gebruikers richting en invulling geven. Dan wordt het niet dat de ene partij aan de andere iets komt vragen, maar dat partijen met elkaar richting geven aan inhoud en hopelijk later ook aan financiering.” Daar zit voor Vranken echt de kracht. "Dat met elkaar, vanuit het netwerk, de urgentie ontstaat, de inhoud ontstaat en ook het nut en belang van financiering.”

En daar vinden ze ook weer een medestander in Roos: "Juist op het gebied van data kan de Rijksoverheid een aanjagende rol spelen, en die spelen we ook door de Landelijke Data Alliantie te financieren. Het is daarnaast aan eenieder om het kader dat we scheppen, te ondersteunen. Uiteindelijk beantwoordt het toeristisch beleid aan een maatschappelijke opgave. Dat betekent net als voor andere maatschappelijke opgaves dat je dat in gezamenlijkheid oppakt. Ieder vanuit de eigen rol en verantwoordelijkheid. Waar er boven partijen moet worden gestaan en er financiering nodig is om de boel aan te jagen, is het logisch dat er naar de Rijksoverheid wordt gekeken. Maar ook anderen kunnen hun rol pakken.”

Een Landelijke Data Strategie, zoals ook opgenomen in de hoofdlijnenbrief van de Minister aan de Tweede Kamer, kan op sympathie van Van der Velden rekenen: "Data genereren en interpreteren is echt een opdracht voor de lange termijn zodat je ook kunt benchmarken. Heel belangrijk om daar landelijk de schouders onder te zetten.” Ook omdat die Landelijke Data Strategie wat hem betreft naadloos kan worden vertaald naar een regionale variant. "Ook de toeristische visie 2030 voor Zeeland heeft ongeveer dezelfde opbouw als het landelijke beeld dat in Perspectief 2030 is geschetst. Op die manier kun je dus wat mij betreft ook naar data kijken. Het zijn elkaars afgeleiden en voeden elkaar.”

Daarin vinden we in Sieger een warm voorstander, maar ze trekt dat gelijk breder: "Ik zou ook heel graag een landelijke onderzoeksagenda zien.” Het recent gelanceerde #NLTourismResearchNetwork kan dan ook op haar instemming rekenen: "Ik ben heel blij dat de onderwijsinstellingen elkaar gevonden hebben en ook daar wordt gewerkt aan een gezamenlijke agenda. Je wilt dat vanwege het landsbrede belang goed aanpakken. Dan moet je niet los vast allerlei onderzoeken doen. De meerwaarde zit in een strategische aanpak.”

Naast een Landelijke Data Strategie ziet Sieger ook het belang van op zijn minst provinciale datastrategieën. Dat is voor haar logisch omdat de sociale, ruimtelijke en economische ontwikkeling een provinciaal beleidsterrein is. "Als je een provinciaal ruimtelijk plan maakt dan moet je op zijn minst iets opnemen over de bezoekersstromen en moet je op provinciaal niveau iets weten over de beschikbare data. Een niveau dieper wil je het natuurlijk ook weten op regionaal en lokaal niveau.”

Voor Roos is de Landelijke Data Strategie het haakje tussen strategie en financiering: "Daarom is die Landelijke Datastrategie zo belangrijk want daar kunnen we met elkaar bespreken wat de rollen en verantwoordelijkheden van eenieder zijn. En dus ook de bijdrage van die partners in dat ecosysteem.”

De LDA in 2030

Sieger vindt dat de LDA zich heel erg moet richten op de binnenlandse en inkomende bezoekerseconomie en niet op uitgaand toerisme. "Je moet focus hebben. Waar richt je je op en waar draag je aan bij? Op het moment dat je een onderzoekspoot gaat opzetten die zich richt op het uitgaand toerisme dan leidt dat af. Op binnenlandse en inkomende bezoekerseconomie is nog zoveel te doen.” Dat daarbinnen een onderzoek naar het vrijetijds- en vakantiegedrag van de Nederlander past, begrijpt ze. "Want je wilt inzichten hebben in verschuivingen van gedrag van de Nederlandse vakantieganger. Hoe is de verhouding tussen Nederland en het buitenland, welke bestedingen vloeien naar andere landen? Maar daar beperkt het zich voor mij.”

Vranken hoopt dat er in 2030 een dynamisch netwerk is van partijen van binnen en buiten de sector. "Partijen die met elkaar het belang van data hebben omarmd en dat hebben weten te vertalen in een doorlopende agenda van relevante inzichten en waar datzelfde netwerk werk van maakt en levert. Waarbinnen die basis is afgedekt zodat je echt de focus op de inhoud en de output kunt hebben en niet op het proces van de totstandkoming.” Goede data gaan voor Vranken verder dan de gastvrijheidssector: "Mijn wens is dat we tegen die tijd een volwaardige sparring partner zijn voor andere domeinen zoals ruimtelijke ordening, mobiliteit, landbouw of buitengebied.” Als je volgens Vranken beter in staat bent om je eigen belang te duiden, kun je daarmee ook het belang van jou voor die ander en andersom, beter duiden. "Daar zit de komende jaren de grote kans maar ook de grote opgave voor de LDA.”

Voor Stokman is het echt noodzakelijk dat we onze data beter op orde krijgen. "Ook om als sector serieuzer te worden genomen. De kansen zijn er wel maar die moeten we nog wel creëren.” Als ideaalbeeld ziet Stokman een grote rol weggelegd voor real-time data. "Dan kunnen we veel beter aan de voorkant sturen en keuzes maken. In plaats van achteraf laten zien met heatmaps dat het daar te druk was en achteraf corrigeren, dempen en mitigeren. Als je dat live hebt, kun je toeristen gaan sturen waar het minder druk is, of heb je het aanbod al zover doorontwikkeld dat ze zelf andere plekken gaan vinden. Dat vergt dus ook dat we beter weten hoe we echt op omvang en kwaliteit van bezoek en aanbod kunnen sturen. Dat inzicht is er bij overheden nog onvoldoende, en dus overkomt alles je in plaats van dat je de regie in handen hebt.”

Van der Velde is in deze context ook een groot voorstander van sensoren. "Dat is er wel eentje waarvan ik het heel spannend vind om over na te denken. Op welke manier kun je sensoren inzetten die data genereren om te gebruiken?” Voorbeelden uit andere sectoren te over: "We zien langs alle kanten data van waterstanden, parkeerdrukte en ga zo maar door, op ons afkomen. Soms zit er ook een dashboard bij. Dat soort initiatieven helpt ook om data te genereren en te benchmarken ten behoeve van ons eigen beleid.”

Roos sluit af met een mooie opdracht aan de LDA: "We hopen dat de Landelijke Data Alliantie zich verder ontwikkelt om nog meer een positie te hebben die alle partijen in de sector rond toeristische data verbindt.”

Dit artikel is gepubliceerd in het LDA magazine, een speciale uitgave van R&T. Nieuwsgierig naar de andere artikelen uit het LDA Magazine? Stuur dan een mail naar info@nrit.nl en vraag een gratis exemplaar aan. Digitaal kun je het hele LDA Magazine lezen via de site van de Landelijke Data Alliantie.

CELTH
 






||| Nieuws |||

17/04/24
ANVR pleit voor flexibiliteit rondom schoolvakanties
De ANVR pleit voor meer flexibiliteit rondom schoolvakanties. Hiermee wordt vakantiedrukte beter gespreid op wegen en luchthavens, maar ook op de bestemmingen zelf, meent ANVR. Frank Oostdam reageert op het gemaakte position paper over de gewenste flexbiliteit.
12/04/24
Bas Maes gedeputeerde Brabant voor vrijetijdseconomie
Bas Maes (SP) is benoemd als gedeputeerde voor de provincie Noord-Brabant. Bas Maes zal zich voor de komende 3 jaar van deze bestuursperiode inzetten voor de portefeuille Energie, Cultuur, Sport, Erfgoed en voor de Vrijetijdseconomie.
11/04/24
Marieke Braber spreker workshop Vakantieparken en trends
Jos van der Sterren heeft bij zijn workshop over vakantieparken een stevige side-kick naast zich in de vorm van Marieke Braber. Het is weer een sterke aanvulling in het programma van Trendcongres Toerisme en Vrijetijd 2024.
09/04/24
Campagne Varen doe je samen afgetrapt
Tijdens de Veiligheidsdag aan de Eem heeft gedeputeerde Rob van Muilekom voor de provincie Utrecht d...
05/04/24
Ambitie Utrechts Landschap 10.000 bomen planten
Om de natuur te versterken wil natuur- en beheerorganisatie Utrechts Landschap komend jaar ruim tien...
03/04/24
Exclusief voor leden
Welke bekers mogen op festivals?
Het festivalseizoen is weer begonnen. Met Pasen stonden vele tienduizenden festivalliefhebbers weer in de tent of op de festivalweide. Vaak met een drankje in de hand. Maar hoe zit het ook alweer met die drinkbekers? Is wegwerpplastic helemaal in de ban of zit het genuanceerder?
29/03/24
Trendcongres Toerisme en Vrijetijd 2024 - Zet jouw transitie in
Met zijn aanstekelijke visie op toerisme laat key-note spreker Peter de Wilde (CEO Toerisme Vlaanderen en Agentschap Onroerend Erfgoed) jou de transitie in toerisme beleven op 18 april. Dat is de dag van het Trendcongres Toerisme en Vrijetijd 2024.
20/03/24
Exclusief voor leden
Geen ruimte voor uitstel Natuurherstelwet
De Europese Natuurherstelwet leek er te komen en daarmee waren veel natuurbeheerders en recreatiegebieden blij. Nu wil Hongarije tegenstemmen. MVO Nederland reageert daarop. "Voor uitstel of afstel is geen ruimte."

||| Agenda |||

24/06/24 t/m 26-06-24
24/06/24 t/m 26-06-24: CBTS 2024
Van 24 tot en met 26 juni organiseert de Breda University of Applied Sciences de jaarlijkse CBTS-con...
25/06/24 t/m 28-06-24
25/06/24 t/m 28-06-24: Atlas Annual Conference 2024
Onder het thema 'Navigating the Future' organiseert de Breda University of Applied Sciences van 25 t...