“Recreatie leeft ervan”
Interview met André van der Zande (Rli) over Natuurinclusief Nederland
Op 23 maart kwam de Raad voor de leefomgeving (Rli) met het advies ‘Natuurinclusief Nederland’. Beleving van de natuur en natuur dichtbij zijn grote onderwerpen in dit advies waar minister Christianne van der Wal-Zeggelink mee aan de slag moet. De kritiek is fors op het huidige beleid: "90% van de middelen gaat naar beschermde natuurgebieden en dat leidt buiten die gebieden tot een natuurloos Nederland.”
André van der Zande doet die uitspraak, in zijn tweede periode als raadslid bij de Rli en hij is voorzitter van dit adviestraject. Van der Zande: "Met het bestaande traditionele beleid gericht op natuurgebieden gaan we het niet redden. Met de biodiversiteit gaat het heel slecht. Bredere beleidsambities waarbij integraal wordt gekeken naar natuur worden alleen met de mond beleden en worden niet waargemaakt. Nederland verdient beter, de bevolking en de bedrijven verdienen beter. Ecosystemen staan onder druk, er is sprake van een natuurcrisis. In een welvarend land als Nederland verwacht je dat we het beter doen, maar we doen het juist slechter dan de rest van de EU.”
Bestaand natuurbeleid is niet effectief
Het advies zal invloed hebben op zowel beleidsmakers als het bedrijfsleven in de recreatieve sector. Doorgaans worden de adviezen van de Rli goed in de gaten gehouden door de politiek. Daarom eerst in het kort het perspectief dat de Rli voor ogen heeft. In het advies ‘Natuurinclusief Nederland’ dat op 23 maart is overhandigd aan de minister voor Natuur en Stikstof roept de raad het kabinet op om de teruggang van natuur te keren en te zorgen voor herstel. Dat lukt alleen als de overheid inzet op de totstandkoming van natuur overal en voor iedereen. Het huidige natuurbeleid is niet effectief, mede omdat het zich hoofdzakelijk beperkt tot de beschermde natuurgebieden. De bescherming daarvan is niet afdoende om de teruggang van de biodiversiteit te keren. Ook daarbuiten moet werk worden gemaakt van natuur- en biodiversiteitsherstel. In en om dorpen en steden moet veel meer groen komen, op loop- of fietsafstand voor iedereen. Ook in het landelijk gebied, waar de afgelopen decennia een regelrechte kaalslag van de natuur heeft plaatsgevonden, is natuurherstel noodzakelijk. De Rli pleit ervoor om gebiedsgericht een gewenst minimum kwaliteitsniveau voor natuur vast te stellen.
"We willen komen tot natuurinclusief handelen voor alle actoren, ook de recreatiesector”
Van natuurgebieden beschermen naar natuurinclusieve samenleving
Nederland gaat de komende jaren op de schop vanwege de vele grote opgaven, zoals de woningbouw, de energietransitie, de aanpassing aan klimaatverandering, het stikstofvraagstuk en de verduurzaming van de landbouw. Deze grote verbouwing van Nederland biedt uitgelezen kansen om de natuur binnen en buiten beschermde gebieden te herstellen. Veel bedrijven, organisaties en gemeenten zijn ook bereid om stappen te zetten naar een meer natuurinclusieve manier van werken. Maar het lukt alleen met een overheid die daarbij helpt en daar zelf ook vol op inzet. De Rli adviseert om in een gebiedsgerichte aanpak in alle regio’s natuurherstel te verbinden met andere maatschappelijke opgaven, en om hierover afspraken te maken in diverse sectoren. Hiervoor moeten onder meer het klimaat- en het stikstoffonds worden benut.
Natuur vormt een bestaansvoorwaarde voor de mens. Desondanks wordt natuur in de economische en politieke besluitvorming nog vooral als kostenpost beschouwd. Daardoor telt het natuurbelang onvoldoende mee. Er zijn nog te veel prikkels die natuurverlies bevorderen; natuurschade en natuurherstel worden onvoldoende op waarde geschat. De Rli adviseert daarom om subsidies en fiscale maatregelen in de landbouw, industrie en het natuurbeheer te richten op een natuurinclusieve samenleving en om het belang van natuur van goede kwaliteit beter te waarderen bij de afweging van economische en politieke besluiten.
"Natuurlijk past recreatie hier goed bij”
André van der Zande wil graag zijn visie delen. De meekoppelkansen voor recreatie zijn groot, maar het advies besteedt maar beperkt aandacht aan de kansen voor recreatie. Wel wordt natuur tot in de wijk en beleving van de natuur tot aan de voordeur tot hoofdonderwerpen gemaakt. Rli voelt wel aan dat beleving van de natuur ook leidt tot waardering en behoud van natuur. Over de beperkte aandacht voor ‘recreatie’ heeft Van der Zande een duidelijk antwoord: "We willen komen tot natuurinclusief handelen voor alle actoren, ook de recreatiesector. In het advies staan meerdere voorbeelden. De gezondheidszorg hebben we eruit gepikt want natuur is belangrijk voor ons welbevinden. We hebben in het advies niet alle betrokken sectoren letterlijk benoemd. Natuurlijk past recreatie hier heel goed bij, recreatie leeft van de natuur.
"Wil je een klant wat te bieden hebben, maak het dan mooier en dat biedt veel meekoppelende belangen voor recreatie”
We hopen dat niet alleen topgebieden een herstel in biodiversiteit zien. We nemen afscheid van het strikt scheiden van gebieden. In het advies pleiten we voor realisatie van een gebiedsspecifieke basiskwaliteit natuur. In diverse gebieden wordt daarmee al geëxperimenteerd. Recreatie speelt daarin mee omdat de basiskwaliteit natuur mede invulling krijgt vanuit de beleving van de streek.” Het interview is enkele dagen ná de gemeenteraadsverkiezingen. Van der Zande geeft daar als nabrander op: "Hopelijk krijgen de gemeenteraadsverkiezingen een vervolg met coalitieakkoorden met aandacht voor een goede natuurparagraaf. Enkele steden gaan al goed vooruit met het natuurherstel. Kijk bijvoorbeeld naar de beken die helemaal tot in het centrum van Arnhem lopen. Dat is goed. Dat is het herstel tot in de stad dat we nodig hebben.”
Van der Zande rekent af met het huidige beleid. Veel beleidsmakers vinden dat zij al integraal werken, en dat beeld moet anders. "Hoe de natuurwaarden nu worden ontwikkeld is niet effectief. 90 tot 95% van de middelen gaat naar Natura 2000-gebieden en de rest van het landelijk gebied en de stad is afhankelijk van een welwillende gemeenteraad. Dat kan niet. Er is geen systematische aanpak voor de natuur en dat is fnuikend. Terwijl voor een groot deel van de bevolking de boodschap erg aansprekend is, bijvoorbeeld omdat het slecht gaat met de bestuivers. Als bijen en andere insecten geen ruimte krijgen, gaat de natuur verloren. Een slechte bodemkwaliteit zorgt ervoor dat de voedselproductie in gevaar komt. In het advies staat ook het voorbeeld van het drinkwater (veel waterschappen klagen over de slechte bodemkwaliteit waardoor water extra gezuiverd moet worden. Als natuur meer ruimte krijgt, wordt onder meer water ook beter gefilterd, red.). Natuur is nu sectoraal opgedeeld, maar we moeten natuur juist verbinden met andere ruimtelijke en maatschappelijke opgaven. Bemoei je als minister met de klimaatopgave én met de bouwopgave. Als je natuurherstel koppelt aan de bouw kun je effectiever werken, en er meteen voor zorgen dat Nederland meer natuurinclusief bouwt. Dat is natuurvriendelijk en dat vereist een andere werkwijze van ambtenaren en andere betrokken partijen. De boodschap is, begeef je ook in de andere ‘winkels’. De diverse opgaven moet je vooral op regionaal niveau verbinden. Zorg ervoor dat niet alle ministers met hun eigen prioriteiten komen want daar worden ondernemers en boeren gek van. Dan heb je eerst de minister van energie, dan die van economie en zo gaat het door. Zoek de verbinding. Kijk naar het voorbeeld van de zandmotor. Dat is nu een bekende plek voor kitesurfers maar ook een plek waar veel zeehonden komen. Is dat natuur? Is dat kustbeheer?” Na die retorische vraag biedt Van der Zande het perspectief. "Breng de gelden bij elkaar en kom met één aanpak.”
"Er is geen systematische aanpak voor de natuur en dat is fnuikend”
Opening voor recreatief bedrijfsleven
Het werk van provincies en gemeenten wordt complexer omdat de Rli adviseert om meer stakeholders te betrekken bij de natuurinclusieve aanpak. Ook in 2021 werd al geadviseerd om bewoners te betrekken. Nu staat daar ook ‘niet-overheidspartijen’ bij en dat opent duidelijk mogelijkheden voor het recreatieve bedrijfsleven. Daarbij geeft het advies de verbinding aan met het landelijk gebied, waar nu nog weinig voor is geregeld voor het herstel van biodiversiteit. ‘Zorg voor verbinding met het Nationaal Programma Landelijk Gebied,’ aldus de raad. "Nederland is niet zo goed als het gaat om handhaven,” legt Van der Zande de vinger op een pijnlijke plek na alle mooie woorden over verbinding en dat zal zeker voor beleidsmakers een heet hangijzer zijn. Dat moet je dan wel financieren en er mensuren voor vrijmaken. "At the end of the day, moet je wel handhaven. We hebben een kleine 100 inspecties in Nederland, maar niet één voor de natuur. Misschien moet je het ILT (Inspectie Leefomgeving en Transport) uitbreiden met een natuurtaak.”
Wat moet er gebeuren?
Velen in de recreatiesector zijn voorstander van het herstel van biodiversiteit. Toch is de impact van de sector nog niet sterk bij de komende Omgevingswet. Wat moet er gebeuren? "Er wordt al wel geëxperimenteerd met visies en dat is nog een rijdende trein waar de sector in zit. Vaak is er het beeld dat een recreatieve waarde de economie in de weg zit. Wij geven als antwoord dat biodiversiteit nodig is om de economie en onze welvaart duurzaam te behouden. Als biodiversiteit ten gronde gaat, leidt dat op termijn tot schade aan de economie. Gemeenten zijn niet afwijzend voor plannen voor biodiversiteit, maar zijn soms bang voor de economische gevolgen, en vrezen bijvoorbeeld verlies van banen. Ze denken dan nog te veel in gescheiden opgaven en zien bijvoorbeeld natuurinclusief bouwen te weinig als een alternatief. Maar het tegendeel is het geval. Gemeenten die méér doen aan natuurherstel gekoppeld aan andere opgaven, zien dat gepaard gaan met meer bedrijvigheid, plus meer woonbeleving en een gezondere leefomgeving. Als je de acceptatie vergroot voor natuur kom je tot een beter plan. Daarom willen we dat je de natuur betrekt in gebiedsprocessen en samenwerkt met inwoners en bedrijfsleven, en dat samenspraak de norm wordt. De recreatiesector is mondig genoeg om daaraan mee te doen. De recreatieve waarde van een gebied met weinig natuur is behoorlijk troosteloos. Wil je een klant wat te bieden hebben, maak het dan mooier en dat biedt veel meekoppelende belangen voor recreatie.”
Twee sterke voorbeelden
Twee sterke voorbeelden van natuurherstel en beleving zijn de projecten Waalweelde (bij Nijmegen) en het herstel van het Hunzedal (provincie Drenthe). Dat brengt Van der Zande ineens bij een positieve ontwikkeling die al in gang is gezet. Die mag ook nog een tandje sneller. "Als raad omarmen wij de Nationale Parken Nieuwe Stijl, dat is uit het hart gegrepen voor de recreatieve sector.” Eind 2020 kwam voor die nieuwe stijl een advies naar buiten dat deels overlapt met het rapport van de Rli. Vijf grote nieuwe parken pakken ‘de grote ruimtelijke opgaven waar Nederland voor staat, zoals biodiversiteitsherstel, toekomstbestendig waterbeheer, stikstofreductie, CO2-reductie, circulaire economie en gezondheid’, liet de Commissie Verkenning Nationale Parken weten. "Daar moet je armruimte voor creëren. Het kabinet is gelukkig opgeschoven, want het begrip nationaal park was voorheen erg strak begrensd. Met de ontwikkeling van landschapsgrond kun je mooi aansluiten op erfgoed en natuurinclusief ontwikkelen.”
De Rli organiseert op donderdag 19 mei 2022 van 14:00 – 15:30 uur een online bijeenkomst over zijn advies ‘Natuurinclusief Nederland: natuur overal en voor iedereen’.