Minder Nederlandse campings
In vijf jaar tijd is volgens de Kamer van Koophandel het aantal Nederlandse kampeerterreinen met 100 teruggelopen naar 2.200 (-4,2%).
Het betreft hier 2.200 bedrijven die bij het register van de KvK zijn ingeschreven als camping. Ook het CBS registreert campings in het kader van de Statistiek Logiesaccommodaties, dat kunnen ook gemengde bedrijven zijn, en zodoende registreert het CBS 2.739 campings. In die statistiek is de terugloop nog veel sterker met 391 campings en een terugloop van maar liefst 12,5 procent in vijf jaar tijd. We kunnen hieruit de voorzichtige conclusie trekken dat de achteruitgang bij het aantal pure campings minder hard is gegaan dan het kamperen bij bedrijven die ook andere activiteiten ondernemen.
In de registratie van de KvK waren er op 1 januari 2014 nog 2.296 terreinen om het bivak op te slaan, op 1 januari 2019 zijn dit er 2.200 (-4,2%). Per 1 juli 2019 staat de teller op 2.197.
In Zeeland is het aantal kampeerterreinen het sterkst afgenomen: met 9,4% (van 266 naar 244) en ook in Overijssel nam het aantal campings sterk af, met 8,1% (van 247 naar 227). In Zuid Holland nam het aantal echter toe met 3,5% tot 120 en ook in Utrecht groeide het aantal terreinen: met 5,1% naar 62. Per 1 juli 2019 is er één daarvan alweer verdwenen. In Gelderland zijn de meeste campings: per 1 juli 2019: 456. Het aantal neemt ook hier af, per 1 januari 2014 waren het er 481.
