Toerisme naar Den Haag groeit sterk, dagbezoek loopt terug
Een groot deel van de groei is toe te schrijven aan de internationale toeristen. Het aantal binnenlandse dagbezoeken liep, net als in andere grote steden terug. Deze toeristen besteden relatief meer en hebben daarom een positieve impact op de Haagse economie. De werkgelegenheid profiteert daar ook van. Maar liefst 10 procent van de inwoners van Den Haag dankt zijn inkomen direct of indirect aan toerisme. Ongeveer 40 procent van de banen in het toerisme wordt ingevuld door laagopgeleiden, een groep waarbinnen ook een hoge werkloosheid heerst.
Voor Wethouder Karsten Klein, die over de stedelijke economie en toerisme gaat, is het vooral een teaminspanning. "Ik doe dit niet alleen, dit doen we samen met de hele toeristensector en de andere wethouders. Meer toeristen betekent meer banen. Samen kunnen we Hagenaars zonder baan zo weer perspectief geven."
Den Haag wil op internationale markt nog groeien
Het aantal gasten dat in Den Haag verblijft is de afgelopen vier jaar met 30% gestegen. De absolute stijging van het totale aantal gasten is minder sterk dan in Amsterdam en Rotterdam, maar sterker dan in Utrecht. Wanneer alleen naar het internationale toerisme wordt gekeken, dan heeft Den Haag in 2011-2015 verhoudingsgewijs de grootste groei doorgemaakt: +60%. De groei was sterker dan in Amsterdam (+26%), Rotterdam (+52%) of Utrecht (+12%).
In de kopgroep van de vier grote steden doet Den Haag goed mee. Er is sprake van flinke groei. Toch is het college van Den Haag van mening dat de stad meer kan profiteren van de groei van het inkomend toerisme naar Nederland. De ambitie van het college is het laten groeien van het marktaandeel naar 12,5 procent in 2020. Op termijn wil Den Haag de tweede toeristische stad worden.
Binnenlands dagbezoek in de min
In de periode 2011-2015 is het aantal bezoeken aan steden fors afgenomen. Den Haag zag het binnenlands dagbezoek tussen 2011 en 2015 met 30% teruglopen. Deze trend is niet alleen merkbaar bij de G4, maar in vrijwel alle steden. De daling van het aantal bezoeken heeft te maken met veranderingen in het consumentengedrag. Opvallend is dat Amsterdam en Rotterdam in 2015 weer wat meer bezoeken hebben gehad dan het jaar ervoor. Daarmee is de meerjarige neerwaartse trend doorbroken en lijkt het dieptepunt bereikt.
De gemiddelde bestedingen van bezoekers van de G4 zijn in de periode 2011-2015 af genomen. Dit is een trend die in alle Nederlandse steden merkbaar is. Den Haag bevindt zich met €37 per bezoek in de middenmoot. De stad heeft hier veel last van relatief veel strandbezoek waar mensen relatief minder besteden.
Drie speerpunten
Het college van Den Haag gaat daarom extra inzetten op drie speerpunten:
- versterken van internationaal concurrerend aanbod;
- versterken van het toeristisch "DNA";
- verbeteren van de (inter)nationale zichtbaarheid.
Bij het concurrerend aanbod moet je denken aan unieke trekkers, zoals bijvoorbeeld het reuzenrad op de pier, de 60 jaar oude Tourist Tram en de komst van een Museumkwartier. Het DNA omvat de unieke voordelen van Den Haag. Bijvoorbeeld de Koninklijke charme, de aantrekkelijkheid als stad aan zee, het rijke cultuuraanbod en het Haagse imago als stad van vrede en recht. Internationaal wil Den Haag zichtbaarder worden door met alle partners evenementen te organiseren die internationale aandacht krijgen.
Bijvoorbeeld de tentoonstellingen in het Mondriaanjaar in 2017 in het Gemeentemuseum of de viering Scheveningen 200 jaar badplaats en de finish van de Volvo Ocean Race, beide in 2018. Ook start in 2017 een grootschalige mediacampagne en werkt Den Haag samen met populaire travelbloggers.
Kansrijke hotelformules
Ook een concurrerend hotelaanbod is belangrijk om aantrekkelijk te zijn voor toeristen en zakelijke bezoekers. De gemeente heeft het onderzoeksbureau Horwath HTL daarom een hotelmarktstudie laten uitvoeren. Daarin valt op dat vooral vernieuwende hotelconcepten kansrijk zijn. Bijvoorbeeld millennial hotels, fithotels of ‘groene' hotels. Daarnaast blijkt er een tekort aan moderne budgethotels. Het college zal daarom nieuwe hotelinitiatieven met kansrijke concepten blijven aanmoedigen en zo goed mogelijk faciliteren.